Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingzoeken Voor Fotocel, Encoder En Transportbandkoppeling - Nordson Encore iControl Hardware Installatiehandleiding

Standaard console
Inhoudsopgave

Advertenties

Storingzoeken voor fotocel, encoder en
transportbandkoppeling
Tab. 4‐12 Storingzoeken voor fotocel, encoder en transportbandkoppeling
Ingangen
Zonefotocellen
Vlagfotocellen of
scanners of ingan­
gen vanaf klantsys­
teem voor werkstuk-
ID
Encoder
Transportbandkop­
peling
Relais (DIN-rail)
Alle
E 2011 Nordson Corporation
Gebruik in de hoofdconsole de relais-LED's en de LED's op de I/O-kaart om
te storingzoeken voor de circuits voor fotocellen, encoder,
transportbandkoppeling en alarm.
Aansluit-
contacten
I/O‐kaart
1 - 8
Fotocellen zijn ingesteld op lichtonderbreking. Wanneer een werkstuk voor
de zonefotocellen langs passeert, moeten de LED's voor de zonefotocellen
oplichten. Als dat niet gebeurt, controleer dan de fotocelbedrading en de
fotocellen.
9 -16
Fotocellen en scanners zijn ingesteld op lichtonderbreking. Wanneer een
vlag voor de fotocellen langs passeert, moeten de LED's voor door de vlag
geblokkeerde fotocellen, of de LED's die een signaal ontvangen vanaf het
klantsysteem voor werkstuk-ID, oplichten. Als dat niet gebeurt, controleer
dan de bedrading en de fotocellen of controleer het klantsysteem voor
werkstuk-ID.
20
De LED moet in hetzelfde ritme knipperen als het encodersignaal. Als de
LED niet knippert terwijl de transportband loopt, controleer dan de
encoderbedrading en de encoder zelf.
24
De LED moet branden zolang de transportband loopt of terwijl het
schakelslot in de stand Bypass staat. Als de LED niet brandt, controleer
dan de bedrading voor transportbandkoppeling. Zonder dit signaal worden
de spuitpistolen niet getriggerd.
-
De transportbandkoppeling relais-LED brandt terwijl de transportband loopt.
De LED voor het externe blokkeerbeveiligingsrelais brandt zolang deze een
signaal ontvangt (blokkeerbeveiliging aan). De alarmrelais-LED brandt
totdat een alarm optreedt, en dooft dan.
1-24
De ingang-LED's moeten aanduiden zoals hierboven beschreven. Als geen
van de LED's aan is, controleer dan de volgende schermen:
Zone- en werkstuk-ID-ingangen: Open het scherm Status ingang. Ingangen
moeten worden getoond als verlichte indicators.
Encoder: Als op het hoofdscherm de encoder een signaal geeft, moet de
transportbandsnelheid groter zijn dan nul.
Transportbandingang: Als op het hoofdscherm de transportband loopt,
moet de transportbandindicator groen zijn.
Als de ingangindicators op het hoofdscherm en het scherm Status ingang
verlicht zijn maar de LED's op de I/O-kaart niet, dan:
Moeten de dipswitch- en jumperinstellingen op de PC104 I/O-kaart worden
gecontroleerd (zie afbeelding 7‐4 voor de instellingen). Als de instellingen
correct zijn, vervang dan de PC104 I/O-kaart, lintkabel en I/O-kaart. Met de
I/O-kaart wordt een nieuwe kabel meegeleverd.
PAS OP: Zet altijd de hoofdschakelaar van de console uit voordat u
instellingen voor jumpers en dipswitches op printplaten wijzigt. Als de
lintkabel geen pasnokje heeft, moet de gekleurde strip in de lintkabel in lijn
staan met pin 1 van beide connectors.
Als de transportbandkoppeling-LED (24) op de I/O-kaart correct werkt en
alle of sommige van de 1-20 LED's reageren onregelmatig, controleer dan
de gemeenschappelijke spanning van de I/O-kaart ingangen. Bij
standaard-hoog ingangen (sinking) worden alle HI-contacten op de kaart
bekrachtigd met +24 Vdc als gemeenschappelijke ingang.
Problemen en oplossingen
Problemen en oplossingen
4‐31
P/N 7179798A02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave