4‐26
Problemen en oplossingen
Fout-
Melding
code
2007
Forward or
Reverse
2008
End‐of‐Travel Limit fault (limiet
storing eindaanslag vooruit/
achteruit)
2101
Part size less than minimum
(Werkstukafmeting minder dan
minimum)
2102
Lead gun not defined - using gun
1 (Voorste pistool niet gedefini
eerd - gebruik pistool 1)
2103
Trail gun not defined - using gun
1 (Laatste pistool niet gedefini
eerd - gebruik pistool 1)
2104
Trail gun less than lead -
trail = lead (Laatste pistool
minder dan voorste - laatste =
voorste)
2105
Pattern width not set - using 12
inches (Patroonbreedte niet
ingesteld - 12 inch toegepast)
2106
Vertical scanner not configured -
reciprocator mode 1 invalid
(Verticale scanner niet gecon
figureerd - reciprocatormodus 1
ongeldig)
P/N 7179798A02
De automatische modus wordt geselecteerd en de reciprocator heeft
de vooruit (boven) of achteruit (beneden) eindlimietsensor geacti
veerd.
Selecteer de modus Handmatig, beweeg de reciprocator van de
eindlimiet vandaan en selecteer opnieuw de modus Automatisch.
Controleer de configuratie van de zachte boven- en benedenlimieten.
Controleer of deze inderdaad de beweging naar de limietsensors
blokkeren.
Pas voor de reciprocator de geconfigureerde waarde voor omkeer
compensatie aan (Turn‐Around Offset, alleen door Nordson CSR) om
zeker te zijn dat de eindschakelaars niet worden geactiveerd.
Controleer de bedrading van de reciprocator-encoder. Bij verwisse
ling van de signaalbedrading zal de positieregistratie omgekeerd zijn.
Meestal alleen geconstateerd bij de eerste inbedrijfname of na
vervanging van encoder.
Reciprocator-encoder is uitgevallen. Zie onder Encoderstoring.
Pistooldrager is naar de achteruit-eindlimiet gevallen na een
mechanische storing.
Controleer de riemen, poelies, lagers etc. op correcte werking. Zie de
handleiding bij de reciprocator.
Deze storing moet worden teruggesteld vanaf het Alarm-scherm in
iControl.
Pistooldrager is langzaam verschoven of bewoog naar de boven- of
onderkant van de werkslag.
Foutief contragewicht voor neutralisatie van het gewicht van de
pistolen en de pistooldrager. Zie de handleiding bij de reciprocator.
Deze storing moet worden teruggesteld vanaf het Alarm-scherm in
iControl.
De standaard- of presetinstellingen definiëren een slaglengte van
minder dan de minimaal toegestane 4 inch.
Verander de standaard- of presetinstellingen, of zet bij kleine
werkstukken de reciprocators uit voor coating in productpartijen.
Nummer voor voorste pistool niet ingevoerd in reciprocatorconfigura
tie.
Voer nummer in van voorste pistool in reciprocatorconfiguratie.
Nummer van laatste pistool niet ingevoerd in reciprocatorconfiguratie.
Voer nummer in van laatste pistool in reciprocatorconfiguratie.
Nummers voorste en laatste pistool niet correct ingevoerd in
reciprocatorconfiguratie.
Corrigeer invoer voor pistoolnummers in reciprocatorconfiguratie.
Nummer voorste pistool moet lager zijn dan nummer laatste pistool.
Geen waarde voor patroonbreedte ingevoerd in reciprocatorconfigu
ratie.
Voer waarde in voor patroonbreedte in reciprocatorconfiguratie.
Reciprocator ingesteld in modus voor variabele slag, geen data voor
werkstukafmetingen beschikbaar.
In de variabele modus is een werkstukafmeting vereist, zoals
waargenomen door een verticale scanner of klant-PLC. Als data voor
werkstukmaat afwezig zijn, moet reciprocator op een vaste modus
worden ingesteld.
Correctie
E 2011 Nordson Corporation
Vervolg...