Inhoudsopgave
Advertenties
Een hulpconsole aan een bestaand systeem toevoegen
E 2011 Nordson Corporation
16. Als u een nieuwe regelaar hebt geïnstalleerd, moet deze worden
gekalibreerd voor een correcte drukafgifte. Gebruik een
iFlow‐verificatieset voor luchtflow en volg de instructies op het
instructieblad van de set. Zie Diverse sets in het hoofdstuk Onderdelen
voor de setonderdeelnummers.
OPMERKING: Wanneer op uw instructieblad geen
kalibratieaanwijzingen staan, kunt u een nieuwe versie van het blad
(1039518B of hoger) downloaden vanaf
http://emanuals.nordson.com/finishing, Powder‐US>Booths and
Systems>Booth and Trigger Controls. Neem eventueel contact op met
de Nordson Finishing Customer Support Center of overleg met uw lokale
contactpersonen bij Nordson voor instructies.
17. Zet de console aan en configureer het iControl‐programma om de nieuwe
pistolen aan het systeem toe te voegen. Raadpleeg Configuratie van
pistool in de handleiding bij het iControl-bedieningspaneel.
18. Stel de oppikpunten voor de nieuwe pistolen in zoals beschreven in het
hoofdstuk Configuratie in de handleiding voor de
iControl-bedieningspaneel.
19. Stel presets in voor de nieuwe pistolen zoals beschreven in het hoofdstuk
Presets instellen in de handleiding bij het iControl-bedieningspaneel.
Door een hulpconsole toe te voegen breidt u de systeemcapaciteit uit tot 32
pistolen.
1. Sluit de voedingskabel en de aardingskabel van de hulpconsole aan
zoals beschreven op pagina 3‐6.
2. Sluit met de meegeleverde netwerkkabel de hulpconsole aan op de
hoofdconsole. Sluit de netwerkkabel vanaf de aansluiting CAN OUT op
de moederkaart van de hoofdconsole aan op het aansluitblok CAN AUX
op de moederkaart van de hulpconsole. Voer de kabel door via
stofdichte kabelontlastingen. Zie pagina 3‐2.
3. Stel het netwerkadres van de hulpconsole in op console 2, zoals
beschreven op pagina 3‐3.
4. Stel de iFlow‐module netwerkadressen op de hulpconsole in zoals
beschreven op pagina 3‐4.
5. Sluit de persluchttoevoer aan op de hulpconsole, zoals beschreven op
pagina 3‐21.
6. Sluit de pistoolkabels en de slangen voor transport-, verstuivings- en
pistoollucht aan op de hulpconsole, zoals beschreven op pagina 3‐20.
7. Zet de console aan en configureer het iControl‐programma om de nieuwe
pistolen aan het systeem toe te voegen. Raadpleeg Configuratie van
pistool in de handleiding bij het iControl-bedieningspaneel.
8. Stel de oppikpunten voor de nieuwe pistolen in zoals beschreven in het
hoofdstuk Configuratie in de handleiding voor de
iControl-bedieningspaneel.
9. Stel presets in voor de nieuwe pistolen zoals beschreven in het hoofdstuk
Presets instellen in de handleiding bij het iControl-bedieningspaneel.
3‐27
Installatie
P/N 7179798A02
Advertenties
Inhoudsopgave
