CAN- en ethernet-netwerken
Digitale ingangen
E 2011 Nordson Corporation
Zie de systeemschema's in hoofdstuk 7.
CAN-netwerk: Verwerkt de communicatie tussen de
pistoolbesturingskaarten, iFlow-modules, de iControl-pc en andere
iControl-consoles.
Ethernet-netwerk: Verwerkt de communicatie tussen het iControl-systeem
en externe apparatuur zoals optionele in/uit verstellers, reciprocators en
scanners.
De iControl-hoofdconsole bevat een interfacekaart die voorziet in optisch
geïsoleerde digitale ingangen. Er zijn
S
acht ingangen voor zonedetectie
S
acht ingangen voor werkstukidentificatie
S
één ingang voor de encoder voor transportbandbeweging
S
één ingang voor een transportbandkoppeling
S
één ingang die pistolen blokkeert zodra een cabineafzuigsysteem uit
staat (alleen gebruikt bij systemen met meerdere spuitcabines en met
een enkele iControl)
De encoder en de apparatuur (fotocellen of scanners), of de door de klant
voorziene ingangen voor werkstukdetectie en zone-identificatie, zijn
aangesloten op een aansluitklemmenblok in de fotocelverdeelkast of PEJB
(Photoeye Junction Box). Een 24 Vdc-voeding in de PEJB voorziet deze
apparatuur van spanning.
Via een 25‐aderige signaalkabel is de fotocelverdeelkast aangesloten op de
iControl-hoofdconsole. Als de hoofdconsole niet binnen de bedraadbare
afstand (ca. 5,5 meter of 19 ft) van de fotocelverdeelkast geplaatst kan
worden, is een extensiekast met extra kabel leverbaar. Wanneer het
systeem is uitgerust met een extern I/O-netwerk (ethernet), wordt de
25‐aderige kabel via een netwerkverdeelkast geleid.
Encoder
Het iControl‐systeem beschikt over één optisch geïsoleerde digitale ingang
voor een encoder voor transportbandbeweging. De encoder kan
mechanisch of optisch werken en moet een 50% belastingsverhouding
hebben.
Nauwkeurigheid: Bij een encoderresolutie van één inch per puls (1:1)
bedraagt de effectieve afstand waarover het iControl-systeem werkstukken
kan detecteren ongeveer 100 meter (1333 feet). Bij een resolutie van 2:1 (
inch per puls), is de effectieve volgafstand gehalveerd tot ongeveer 50 meter
of 666 feet.
De maximumfrequentie voor het encodersignaal is 10 Hz (10 pulsen per
seconde). Er kan daarom een compromis nodig zijn tussen de gewenste
transportbandsnelheid en de resolutie voor werkstukvolging (hoe hoger de
transportbandsnelheid hoe grover de werkstukvolgresolutie).
OPMERKING: In plaats van een encoder kan ook een tijdschakelaar
worden gebruikt. Informeer hiernaar bij uw Nordson contactpersoon.
2‐5
Overzicht
1
/
2
P/N 7179798A02