4.3. 1 Algemene opmerkingen over
hijskettingen, -kabels en -stroppen
Het is ten strengste verboden om:
1) kettingen, kabels, banden, stroppen en sluitingen te
gebruiken die versleten, beschadigd of verslechterd zijn
of waarvan het draagvermogen lager is dan dat van het te
hijsen gewicht;
2) kettingen, kabels of stroppen rechtstreeks aan de sjor-
punten te bevestigen.
Deze moeten met behulp van de bijgeleverde haken en
sluitingen worden aangesloten;
3) de last schoksgewijs of slingerend te hijsen;
4) tussen de twee trekstangen een hoek van 120° te
overschrijden.
4.4 Transport over land
Als de machine op het transportmiddel (vrachtwagen,
aanhanger, container, spoorwagon) is geladen, is het van
belang om
1) voor en achter alle wielen wielkeggen te plaatsen en
de machine stevig aan de laadvloer te verankeren;
2) onder de disselboom een daarvoor bestemde aan de
laadvloer bevestigde steun te plaatsen, alleen de poot is
tijdens het transport niet afdoende;
3) de machine met kettingen, kabels of stroppen aan de
vloer te verankeren en deze met behulp van de sjorpunten
aan de onderkant van de wagen te verbinden;
4) de wielen door middel van strips en wiggen te blokkeren
op de laadvloeren voor het transport van voertuigen.
4.5 Transport over zee
Het laden, het verankeren en het lossen bij het transport
over zee (met uitzondering van gesloten containers) is voor-
behouden aan speciaal door de scheepvaartmaatschappij
gekwalificeerd personeel, dat zelf voor het laden, het vast-
koppelen en het lossen zorgt of de verrichte werkzaamheden
controleert en daarvoor de verantwoordelijkheid op zich
neemt.
De fabrikant schrijft voor dat de machine voor het transport
in open containers, flatracks, in het laadruim of op het dek
van het schip in de was moet worden gezet.
NL
42