NETWERKINSTELLINGEN menu (NETWERK & DRAADLOZE VERBINDING INSTELLEN)
Druk op het pictogram Network (Netwerk) in het scherm Tools om het scherm Network Settings
(Netwerkinstellingen) te openen.
NETWERKINSTELLINGEN
Selecteer Network Setup (Netwerkinstellingen) om de
instellingen voor het aansluiten van de printer op uw netwerk
te openen. Voer de printernaam, het IP-adres, het
subnetadres, het gateway-adres, DNS #1 en DNS #2 in en
selecteer of deselecteer DHCP indien nodig.
OPMERKING: Het wordt sterk aangeraden om DHCP uit te
schakelen (uitvinken) en een "statisch" IP-adres in te voeren
om ongewenste wijzigingen van het IP-adres van de printer
en het verlies van de communicatie met het stuurprogramma te voorkomen.
DRAADLOZE VERBINDING INSTELLEN
Druk op het pictogram Network (Netwerk) in het scherm
Tools om het scherm Network Settings (Netwerkinstellingen)
te openen. Zorg ervoor dat de draadloze verbindingsantenne
(meegeleverd) is aangesloten op de draadloze
verbindingspoort van de printer.
1. Selecteer "WIFI".
2. Selecteer het gewenste netwerk in de lijst van
"WiFi Networks" (Wifi-netwerken).
3. Voer de User ID (Gebruikers-ID) en het Password
(Wachtwoord) in. Klik op OK.
4. Het scherm zal aangeven of u verbonden bent met
het netwerk. Als de verbinding mislukt, probeer het
dan opnieuw. Controleer of u verbinding maakt met
het juiste netwerk. Controleer de gebruikers-ID en
het wachtwoord.
5. Klik op Disconnect (Verbinding verbreken) om de
verbinding te beëindigen.
HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
39