VEILIGHEIDSMAATREGELEN DIT APPARAAT VORMT GEEN PROBLEEM ALS HET OP DE JUISTE MANIER WORDT GEBRUIKT. NEEM DE VEILIGHEIDSREGELS IN ACHT BIJ HET GEBRUIK VAN DE PRINTER. LEES DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DE PRINTER GEBRUIKT EN VOLG DE AANBEVOLEN PROCEDURES, VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES OP: WAARSCHUWING: Gevaarlijke bewegende delen.
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING HOOFDSTUK 1 – Kennismaking Vooraanzicht INSTELKNOP VOOR MEDIADIKTE – Past de hoogte van de printkophouder aan om verschillende mediadiktes te compenseren. TOETSEN VAN BEDIENINGSPANEEL – Wordt gebruikt om toegang te krijgen tot veelgebruikte printerfuncties. Snelmenu, menu uitschakelen/hervatten, menu transportcontrole, pauzeren/hervatten van de taak STROOMINDICATIELAMPJE –...
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING Achteraanzicht SCHEIDINGSVERGRENDELINGSKNOP – Wordt gebruikt voor het ontgrendelen/vergrendelen van vellenscheiders, bij het aanpassen van de scheiders oor verschillende mediadiktes. VELLENSCHEIDERS – Wordt gebruikt om een enkel vel van de stapel te scheiden. Deze printer is uitgerust met vier vellenscheiders. USB 3.0 (USB 3.1 Gen 1)-POORT –...
HOOFDSTUK 1 KENNISMAKING Bedieningspaneel SNELMENUTOETS – Geeft u snel toegang tot veelgebruikte printerfuncties zonder dat u door een aantal schermen hoeft te scrollen. Test invoer/opnieuw afdrukken, horizontale en verticale uitlijning, printervoorkeuren, afdrukspoeling en inktstatus. Druk nogmaals op de toets Snelmenu om terug te keren naar het vorige scherm. UITSCHAKELEN/OPNIEUW OPSTARTEN TOETS –...
Plaats de printer op een stevige werktafel of kast op minstens 30,5 cm (12") van een muur. Bescherm de printer tegen overmatige hitte, stof en vocht – plaats hem niet in direct zonlicht. Inhoud van verpakking AS-450 Printer Stroomkabel Antenne voor draadloze verbinding USB-stick (met daarop...
HOOFDSTUK 2 INSTALLEREN VAN DE PRINTER Printer monteren Vereiste tools: Standaard #2 kruiskopschroevendraaier. Zijgeleiders installeren 1. Verwijder twee schroeven [A] van ELK zijgeleiderblok. 2. Lijn de schroefgaten van de zijgeleiders uit met de gaten in de zijgeleiderblokken Zijgeleiderblokken. OPMERKING: In elk zijgeleiderblok zijn twee sets gaten voorzien.
HOOFDSTUK 2 INSTALLEREN VAN DE PRINTER Printer aansluiten Printer aansluiten op het stopcontact VOORZICHTIG VOORDAT U DE STROOMKABEL AANSLUIT, MOET U CONTROLEREN OF DE PRINTER DE JUISTE SPANNING [A] heeft. GEBRUIK GEEN ADAPTERSTEKKERS OF VERLENGSNOEREN OM DE PRINTER AAN TE SLUITEN OP HET STOPCONTACT.
HOOFDSTUK 2 INSTALLEREN VAN DE PRINTER Sluit aan op computer of netwerk USB 3.0 (USB 3.1 Gen 1)-poort: Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort [1]. De printer kan worden aangesloten op een USB 2.0- of USB 3.0- poort. De printer kan worden verbonden met een USB 2.0- of USB 3.0-kabel. De kabel die wordt gebruikt om de printer aan te sluiten op de computer mag niet langer zijn dan 180 centimeter.
4. Het installatieprogramma zou de gemaakte verbindingen automatisch moeten herkennen en een "Setup"-venster tonen met de vraag "Do you want to install AS-450 on…" (Wilt u AS-450 installeren op…) Als er meer dan één verbinding tot stand is gebracht, zal het installatieprogramma de snelste verbinding identificeren en deze keuze eerst aan u voorleggen.
Pagina 14
HOOFDSTUK 2 INSTALLEREN VAN DE PRINTER Klik op "Yes" (Ja) om deze keuze te accepteren. Klik op "No" (Nee) om een andere keuze te maken. OPMERKING: Zorg ervoor dat het juiste model van uw printer wordt getoond/geselecteerd. Als het installatieprogramma niet het juiste model weergeeft, neem dan contact op met uw ondersteuning.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER HOOFDSTUK 3 – Printer bedienen Inktcartridges installeren (Printkoppen) De printer is geschikt voor vier EASYInk-cartridges. Zie het hoofdstuk " Verbruiksartikelen - Compatibele inktcartridges" voor een lijst van compatibele cartridges. Zie het hoofdstuk "Gebruik en onderhoud van oplosmiddelinkten" voor richtlijnen voor het gebruik van oplosmiddelinkten.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 7. Sluit de hendel voorzichtig – om de cartridge vast te klikken. De hendel is ontworpen om de cartridge in de juiste uitlijning met de pogo-pennen (contacten) te plaatsen als deze gesloten is. Forceer de hendel NIET. TIP: Het openen en sluiten van de hendel kan een contactprobleem tussen pogo-pennen en de contactpunten van de cartridge oplossen, als...
Pagina 17
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 8. Plaats een stapel media in de hopper. Zorg ervoor dat de stapel zo wordt uitgewaaierd dat het onderste stuk dichter bij de scheiders ligt dan de bovenste stukken. TIP: Bij het laden van een lege hopper. Plaats een stuk media zo dat het direct tegen de uiteinden van de scheiders ligt.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER De juiste positie vinden De hoeveelheid media die in het invoerplateau (Feeder/Hopper) kan worden gestapeld, wordt bepaald door het gewicht en de grootte van het materiaal. • Het is mogelijk dat het invoerplateau geen grotere en zwaardere media invoert wanneer de stapel hoog is.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Positie van de printeenheid 1. Draai de vergrendelknop [D] los. 2. Plaats de printeenheid naar behoefte om de gewenste afdruklocatie te bereiken op de media die worden ingevoerd. TIP: Verhoog de printkophouder (mediadikte) om het verplaatsen van de printeenheid te vergemakkelijken.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER aanraakscherm gebruiken aanraakscherm wordt ingeschakeld nadat de hoofdschakelaar van de printer is ingeschakeld. OPMERKING: Het duurt ongeveer 60 seconden, nadat de printer is ingeschakeld, voordat de printer volledig is opgestart. aanraakscherm wordt standaard uitgeschakeld (in slaapstand) als het gedurende 60 minuten niet wordt ingedrukt.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER HOOFDMENU Tik of druk op de pictogrammen om toegang te krijgen tot de functies die in de printer zijn ingebouwd en om de bediening van de printer aan te passen. Print Image (Afbeelding afdrukken): Een afbeelding selecteren, importeren of verwijderen.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Annuleren: Annuleert een gepauzeerde afdruktaak. Pause/Print (Pauzeren/afdrukken): Druk om een taak af te drukken, een huidige taak te pauzeren of een gepauzeerde taak opnieuw te starten. OPMERKING: U kunt deze functies ook uitvoeren met behulp van de PAUZEREN/HERVATTEN TOETS op het bedieningspaneel.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER AFBEELDING AFDRUKKEN Menu Als u op het pictogram Print Image (Afbeelding afdrukken) in het hoofdmenu drukt, wordt het scherm Print Image (Afbeelding afdrukken) geopend. Selecteer importeren om een afbeelding op te slaan. Geïmporteerde beelden worden in de printer opgeslagen.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER AFBEELDING AFDRUKKEN – IMPORTEREN De printer is klaar om een nieuwe afbeelding op te slaan die vanaf de computer wordt verzonden. Stuur de afbeelding van uw computer naar de printer als een taak van één pagina. De afbeelding wordt opgeslagen in Image Library (Beeldbibliotheek).
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER van het opgeslagen beeld dat is geselecteerd (150D = snelheid 1,2,3,4. 200D = snelheid 1,2,3. 300D = snelheid 1,2. 600D = snelheid 1). Afdrukken: Druk op om de geselecteerde opgeslagen afbeelding af te drukken. Merge (Samenvoegen): Druk op om de geselecteerde opgeslagen afbeelding samen te voegen met de volgende taak die naar de printer wordt verzonden.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER INKTTYPE Menu Na verloop van tijd kunnen de inkteigenschappen binnen een bepaalde cartridge veranderen. Als een bepaalde inktcartridge niet goed werkt (zoals vervaagde of onduidelijke afdrukken), kunt u proberen de Boost-spanning te verhogen om de afdrukprestaties te verbeteren. Eenmaal ingevoerd zal het geheugen van de printer deze informatie oproepen, zelfs als de individuele cartridge wordt verwijderd en op een later tijdstip of in een andere koppositie opnieuw in deze printer wordt geïnstalleerd.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER PRINTERVOORKEUREN Menu Dit menu is ook beschikbaar door op de Snelmenu toets op het bedieningspaneel te drukken. >>> Druk op om naar het Volgende scherm te gaan. <<< Druk op om naar het Vorige scherm te gaan. OPMERKING: Sommige printervoorkeursfuncties zijn niet toegankelijk wanneer er taakgegevens in de printer aanwezig zijn.
Pagina 28
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER om de lade te pauzeren. Voer de tijd in seconden in (1-60). Conveyor Gap (Pauze van transportband) (alleen AS-850): Wanneer deze functie is geactiveerd, reageert de printer op de opdracht om de lade te pauzeren door een signaal naar een "gekoppelde" transportband te sturen om tijdelijk te versnellen.
Pagina 29
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Printer Sleep (Slaapstand): Wordt gebruikt om te selecteren of u de printer wel of niet in "slaapstand" wilt zetten als deze niet wordt gebruikt. Uitgevinkt = Printer gaat nooit in "slaapstand". Aangevinkt (standaard) = Printer gaat in "slaapstand" nadat hij 60 minuten inactief is geweest (standaardwaarde).
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER TAAL SELECTEREN Scherm Selecteer de taal die het printeraanraakscherm moet weergeven. FABRIEKSINSTELLINGEN Scherm Herstelt de meeste aanpassingen en instellingen naar de fabrieksinstellingen. Druk op ...BACK (VORIGE) om terug te gaan naar annuleren en terug te gaan naar het vorige scherm.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER HORIZONTAL ALIGNMENT-scherm (HORIZONTALE UITLIJNING) Past offsets van individuele printkoppen (inktcartridges) aan om de horizontale positionering van de afdruk te verfijnen. Door dit te doen kan de operator de horizontale uitlijning van de afbeeldingen die tussen de aangrenzende printkoppen zijn gesplitst, verbeteren.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER TOOLS-menu OPMERKING: Het menu Tools en de menufuncties ervan zijn niet toegankelijk wanneer er taakgegevens in de printer aanwezig zijn. Druk op het pictogram Tools in het Hoofdmenu om het scherm Tools te openen. Estimator (Raming): Selecteer om een Ink Cost Estimate (Inktkostenraming) voor een bepaalde afdruktaak in te stellen.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER TIP: Voor het verzenden van de "sampling", wordt aanbevolen om Purge First Piece (Eerste stuk spoelen) UIT te schakelen. Hierdoor wordt minder inkt gebruikt en wordt de nauwkeurigheid van de raming vergroot. Zorg er bovendien voor dat u de gewenste Print Quality (Afdrukkwaliteit) in het printerstuurprogramma instelt.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER DIAGNOSE Scherm Gebruik dit voor hulp bij het oplossen van problemen en het identificeren van printerproblemen door het uitvoeren van tests op printeronderdelen en -systemen. Gebruik de selecties (1, 2, 3, 4) onderaan het scherm om de snelheid te regelen (1 = traagst, 4 = snelst).
Pagina 35
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER dit wijzen op een probleem met de koppeling, het koppelingsignaal/koppeling of andere onderdelen van de feeder. Neem contact op met de technische ondersteuning. Clutch w/Sensor (Koppeling met sensor) (selectievakje): Selecteer hoe de koppeling wordt geactiveerd tijdens de diagnosetests.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER NETWERKINSTELLINGEN menu (NETWERK & DRAADLOZE VERBINDING INSTELLEN) Druk op het pictogram Network (Netwerk) in het scherm Tools om het scherm Network Setup (Netwerkinstellingen) te openen. NETWERKINSTELLINGEN Selecteer Network Setup (Netwerkinstellingen) om de instellingen voor het aansluiten van de printer op uw netwerk te openen.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER STATUS DRAADLOZE VERBINDING Zodra een draadloze verbinding tot stand is gebracht, geeft dit scherm informatie over de draadloze netwerkverbinding weer. De informatie op dit scherm is alleen bedoeld als referentie. Het zal de waarden voor de huidige draadloze verbinding weergeven.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER AANRAAKSCHERMKALIBRATIE Pas de aanraakdruk (gevoeligheid) aan die nodig is om functies op het aanraakscherm te activeren. Lager percentage = minder druk, gevoeliger. Hoger percentage = meer druk, minder gevoelig. Volg de instructies op het scherm om de kalibratie uit te voeren.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Toetsen van bedieningspaneel SNELMENUTOETS – Geeft u snel toegang tot veelgebruikte printerfuncties zonder dat u door een aantal schermen hoeft te scrollen. Test invoer/opnieuw afdrukken, horizontale en verticale uitlijning, printervoorkeuren, afdrukspoeling en inktstatus. Druk nogmaals op de toets Snelmenu om terug te keren naar het vorige scherm. UITSCHAKELEN/OPNIEUW OPSTARTEN TOETS –...
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Test Feed (Invoer testen)/Reprint (Opnieuw afdrukken) Standaard is Test Feed (Invoer testen). Als er geen gegevens aanwezig zijn, kunt u met deze knop lege vellen media testen. Als u de taak PAUZEERT of als er een fout optreedt (vastlopen of dubbele invoer), verandert de knop Test Feed (Invoer testen) in Reprint (Opnieuw afdrukken).
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Printer Preferences (Printervoorkeuren) Selecteer en stel verschillende functies van de printer in, waaronder Purge First Piece (Eerste stuk spoelen), Automatic Feed Start (Automatisch starten van de feeder), Keep Nozzle Alive (Spuitkop actief houden), Tray Break (Lade pauzeren), Continuous Batch Counter (Doorlopende batchteller) en Feeder Delay (Feedervertraging).
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER OPMERKING: De tijd die de cursor nodig heeft om te verdwijnen of te stoppen met knipperen kan variëren van 5 tot 60 seconden. TIP: Nadat de printer is uitgeschakeld, moet u de hoofdschakelaar uitschakelen voordat u de printer weer kunt inschakelen.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Pause/Resume Key (toets Pauzeren/hervatten) Wanneer u een taak uitvoert kunt u de Pause/Resume Key (toets Pauzeren/hervatten) op het bedieningspaneel gebruiken om de huidige taak te PAUZEREN en te HERVATTEN. Druk tijdens het afdrukken op deze toets om de taak te PAUZEREN. Druk nogmaals op de toets om de taak te HERVATTEN.
BEDIENING VAN DE PRINTER Printer Driver Properties (Eigenschappen printerstuurprogramma) Het stuurprogramma voor de AS-450 werkt op een vergelijkbare manier als andere stuurprogramma's voor Windows . Het bevat wel een aantal functies die uniek zijn voor deze printer. De eigenschappen/functies van het ®...
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Layout Tab (Tabblad Lay-out) Hier kunt u kiezen tussen Portrait (Staand) of Landscape (Liggend). OPMERKING: In de meeste gevallen moet de Orientation (Afdrukstand) worden ingesteld op "Portrait" (Staand). Als u op "Advanced" (Geavanceerd) klikt, wordt het venster "Advanced Options"...
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Paper/Output (Papier/output) Papierformaat: Hier kunt u de grootte van de te gebruiken media selecteren. TIP: Als uw papierformaat niet beschikbaar is in de keuzelijst, raadpleeg dan het hoofdstuk "Nieuw formulierformaat (papierformaat) toevoegen" voor details over het toevoegen van een nieuw papierformaat.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Copy Count (Aantal exemplaren): Gebruik om het aantal af te drukken exemplaren te selecteren. Document Options (Documentopties) Print Optimizations (Afdrukoptimalisaties): Zorg ervoor dat Enabled (Ingeschakeld) is geselecteerd. Enabled (Ingeschakeld) – Alle lettertypen worden tijdens de afdruktaak één keer gedownload naar de printer als bitmap- softfonts.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Printer Features (Printereigenschappen) Stel de afdrukresolutie (afdrukkwaliteit) en de afdruksnelheid (riemsnelheid) in. Voeg een Feed Delay (Feedervertraging) toe om meer droogtijd te geven tussen de afgedrukte stukken. Print inverted (Omgekeerd afdrukken): Stel de afdrukstand in. No (normaal), Yes (180 graden rotatie)
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Resolution (Resolutie): Stelt de resolutie van de afdrukkwaliteit in. Het wijzigen van de resolutie naar een hoger getal (bijv. 200 DPI tot 600 DPI) verhoogt de beeldkwaliteit. OPMERKING: Hogere resoluties verminderen de opties voor de Riemsnelheid.
10 = 1 seconde Adding New Form Size (Paper Size) (Nieuw formulierformaat toevoegen) (papierformaat)) OPMERKING: De AS-450/650/850-printerstuurprogramma's bieden GEEN mogelijkheid om een "aangepaste" paginagrootte toe te voegen. Daarom moet u wellicht een nieuwe "Papierformaat" toevoegen met behulp van Windows "Eigenschappen van de afdrukserver".
Pagina 51
Max. afdrukhoogte: AS-450 = 50,8 mm (2”), AS-650 = 76,2 mm (3”), AS-850 = 101,6 mm (4”) Dit voorkomt dat de operator de gegevens buiten de fysieke afdrukhoogte van de printer plaatst.
Dit hoofdstuk beschrijft het proces voor het openen van een mailinglijst, het ontwerpen van een sjabloon (lay-out) en het afdrukken op het AS-450-printermodel. Dit gedeelte geeft geen informatie over het gebruik van andere Bulk Mailer-functies, zoals Adress Quality (Adreskwaliteit), Mail Sort (Postsortering) en andere functies. Neem contact op met BCC Software (www.bccsoftware.com) voor hulp bij Bulk Mailer-functies/functies die niet in de volgende...
Pagina 53
Selecteer in het venster "Graphical Envelope Options" (Grafische envelop-opties) de juiste keuzes voor uw "Printer Type" (Printermodel): Printer: Stuurprogramma. Selecteer het AS-450-stuurprogramma Selecteer "Direct Impression” (Rechtstreeks afdrukken). Zoek en selecteer de AS-450 uit de lijst. Druk op NEXT (Volgende) om verder te gaan.
Pagina 54
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER c. Selecteer in het venster "Envelope Options" (Envelop-opties) de gewenste mediagrootte (Naam/breedte) in de lijst "Envelope/Letter Layout" (Envelop-/brieflay-out). OPMERKING: Breedte = lengte van de media in de bewegingsrichting. TIP: Als het door u gewenste mediaformaat niet aanwezig is, selecteer en open de "New Envelope/Letter Layout"...
Pagina 55
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Typ de gewenste "Name" (Naam) voor de sjabloon die wordt gemaakt. Voeg een "Description" (Beschrijving) toe voor de sjabloon. (optioneel) Klik op "Finish" (Voltooien) om de "Print Mail Wizard" op te slaan en te sluiten. Uw "Template"...
Pagina 56
4. Vanuit de ontwerperweergave van uw "Sjabloon" kunt u in de lay-out elementen toevoegen, wijzigen en positioneren. Het volgende lay-outvoorbeeld is ontworpen voor een AS-450. Het toont een mediabreedte van 241,3 mm (9,5"), met een statische tekst (Attention Home Owners) gepositioneerd op Kop 1, een adresblok gepositioneerd op koppen 2 &...
Pagina 57
OPMERKING: Kopnummers worden niet correct weergegeven in de lay-out bij gebruik van "omgekeerd" afdrukken (Print inverted in het AS-450-stuurprogramma ingesteld op Ja). Bijvoorbeeld; bij gebruik van een "omgekeerde" afdruk op een AS-450, moet kop #1 onderaan staan en kop #4 bovenaan de lay-out. Dat is niet het geval.
Pagina 58
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 5. Klik op het pictogram "Go to Preview Mode” (Ga naar voorbeeldmodus) dat zich linksboven in het ontwerperscherm van de Bulk Mailer bevindt. Het scherm "print preview" (afdrukvoorbeeld) wordt geopend. U kunt de pijltjestoetsen, bovenin het scherm "afdrukvoorbeeld", gebruiken om door de records in de mailinglijst te bladeren en te zien hoe deze worden weergegeven.
Pagina 59
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 6. Klik op het pictogram "Print Records" (Records afdrukken) , in de bovenste linkerbovenhoek van het scherm "printvoorbeeld" van de Bulk Mailer. Het venster "Mail Print Setup" (Afdrukinstellingen) wordt geopend. a. Zorg ervoor dat het bijbehorende stuurprogramma is geselecteerd als uw "Printer".
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 8. Klik op de knop "Advanced" (Geavanceerd). Het venster "Advanced Options" (Geavanceerde opties) wordt geopend. a. Selecteer de gewenste papier/output-instellingen. Papierformaat: Selecteer het formaat in de keuzelijst. BELANGRIJK: Selecteer een "Paginagrootte" (lengte) die overeenkomt met de "Paginabreedte" die in uw "Sjabloon" (Lay-out) is gespecificeerd.
Printing from FlexMail 4.3 (Afdrukken vanuit FlexMail 4.3) Dit hoofdstuk beschrijft het proces van het ontwerpen van een sjabloon (lay-out) en het afdrukken op het AS-450- printermodel. Dit hoofdstuk geeft geen informatie over het gebruik van andere FlexMail-functies, zoals het importeren van een mailinglijst, het valideren/reinigen van records of andere FlexMail-functies.
Pagina 62
Zorg er ook voor dat u de gewenste afdrukvoorkeuren in het stuurprogramma selecteert en toepast. 2. Als de AS-450 niet het geselecteerde model is, klik dan op de knop "Print Setup" (Afdrukinstellingen) en selecteer de AS-450 uit de lijst.
Pagina 63
5. Klik op het tabblad "DESIGNER" (Ontwerper) om elementen toe te voegen aan de lay-out. Zodra de lay-out is ingesteld om de AS-450-printer en het gewenste paginaformaat weer te geven, bent u klaar om te beginnen met het toevoegen van elementen, zoals tekst (inclusief gegevensvelden), barcodes en afbeeldingen.
Pagina 64
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER TIP: U kunt het project ook opslaan als een "FlexMail Template" (FlexMailsjabloon) die gebruikt kan worden om toekomstige projecten vorm te geven. 7. Klik op het tabblad "PRINT" (Afdrukken) om toegang te krijgen tot de afdrukeigenschappen. TIP: U kunt de radioknoppen (pijlen), die zich rechtsonder in de lay-out bevinden, gebruiken om door de records in het gekoppelde gegevensbestand te bladeren, om te zien hoe deze zullen worden weergegeven/afgedrukt.
Pagina 65
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 9. Klik op de knop (To Printer) (Naar printer) om het "PRINT" (Afdrukken) dialoogvenster te openen. Vanuit het dialoogvenster "PRINT" (Afdrukken) heeft u toegang tot "Settings" (Instellingen), "Downloads" en andere FlexMail-functies die niet in dit document worden behandeld.
Pagina 66
Dit kan de doorvoersnelheid (afdruksnelheid) verbeteren. 11. Klik op het tabblad "Settings" (Instellingen) en zorg ervoor dat de AS-450-printer is geselecteerd. U kunt ook de volgende functies in dit venster selecteren. Print Range (Afdrukbereik) – Het bereik van de records die u wilt afdrukken.
Pagina 67
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER 13. Klik op de knop "Advanced" (Geavanceerd) om het venster "Advanced options" (Geavanceerde opties) te openen. 14. Vanuit het venster "Advanced options" (Geavanceerde opties) kunt u de volgende printervoorkeuren openen en aanpassen. a. Selecteer de gewenste papier/output-instellingen. Papierformaat: NIET wijzigen.
Pagina 68
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER TIP: Compatibele riemsnelheden kunnen ook worden geselecteerd op de printer, na het verzenden van de taak. Pauzeer de printer voordat u een nieuwe riemsnelheid selecteert. Feed Delay (Feedervertraging): Pauzetijd van de feeder (1/10 van een seconde). 10 = 1 seconde. De printer pauzeert de feeder, voor de ingestelde waarde, tussen elk stuk van de media dat wordt gevoed/afgedrukt.
HOOFDSTUK 3 BEDIENING VAN DE PRINTER Printing from MS-Office Applications (Afdrukken vanuit MS Office toepassingen) ® We hebben geen oplossingen voor het printen vanuit de huidige MS Office toepassingen. Hoewel het ons een beetje is gelukt om af te drukken vanuit MS Word 2007, is dat niet het geval bij het afdrukken ®...
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD HOOFDSTUK 4 - Maintenance (Onderhoud) In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van inktcartridges, het verwijderen van papierstoringen, het vervangen van vellenscheiders en het uitvoeren van routinematig onderhoud aan de printer. Inkjet Cartridge (Inktcartridge) (Printhead (Printkop)) Inktcartridges moeten worden vervangen als de inkt op is of als het reinigingsproces de beeldkwaliteit niet ten goede is gekomen.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Replace Inkjet Cartridge (Printhead) (De inktcartridge vervangen (printkop)): VOORZICHTIG Schade aan de inktcartridge en/of de elektronica kan ontstaan als u Folie de cartridge onder een te steile hoek plaatst of verwijdert. Cartridgefolie kan beschadigd raken/gescheurd worden door sterk gescheur contact met pogo-pennen (elektrische contacten in de cartridgehouder) tijdens het installeren/verwijderen van de cartridge.
Pagina 72
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Herhaal de bovenstaande stappen voor de overige cartridges.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Ink Cartridge (Printhead) Disposal (Verwijdering van inktcartridge (printkop)) Gooi het product weg volgens de lokale/regionale/nationale/internationale voorschriften. De inkt in de cartridge kan schadelijk zijn als deze wordt ingeslikt. Houd nieuwe en gebruikte cartridges buiten het bereik van kinderen.
Pagina 74
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD 4. Plaats de inktcartridge in een schone opslagklem. OPMERKING: Opslagklemmen van inktcartridges op waterbasis mogen niet worden gebruikt in combinatie met inktcartridges op basis van oplosmiddel en omgekeerd. Plaats de verzegelde cartridge, met de contactpunten naar beneden, in een goed gesloten opslagcontainer.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Cleaning Storage Clip Pad – Water-Based Inks (Reiniging van de plaat in de opslagklem - inkten op waterbasis) Voordat u een inktcartridge in de opslagklem plaatst, moet u het rubber in de opslagklem schoonmaken. Zo niet, dan kunnen de spuitkoppen van de cartridge verstopt raken/beschadigd raken door inkt/vuil op het plaatje.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD In de printer is een Purge Print-routine (Afdrukspoeling) ingebouwd. Ga naar deze functie door op de toets Quick Menu (Snelmenu) op het bedieningspaneel te drukken. 1. Laad media. 2. Druk op de toets Quick Menu (Snelmenu) op het bedieningspaneel te drukken.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Solvent Ink Cartridge Use & Care (Gebruik en onderhoud van inktcartridges op basis van oplosmiddelen) Geldig voor EASYInk UltraUV en EASYInk UltraSolv-inktcartridges. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie. VOORZICHTIG Inkten op basis van oplosmiddel zijn giftig en ontvlambaar Vermijd contact met de huid, ogen en kleding.
Pagina 78
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Stel de afdrukkwaliteit (resolutie) NIET hoger in dan 300 DPI bij gebruik van oplosmiddelinkten. Een afdrukkwaliteit (resolutie) van 150 of 200 DPI wordt aanbevolen. De 600 DPI selectie mag NOOIT gebruikt worden met oplosmiddelinkten. Beschadiging van de oplosmiddelinktcartridge(s) kan het gevolg zijn.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Ink Cartridge Care – Solvent Inks (Onderhoud van inktcartridge - oplosmiddelinkten) Voordat u cartridges in de printer installeert 1. Verwijder de inktcartridge van de opslagklem. Rubber TIP: Om te voorkomen dat de opslagklemmen die worden gebruikt met inkten op waterbasis en Inkten op basis van oplosmiddel, kunt u de opslagklemmen voor inkt op waterbasis markeren met "W"...
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Cleaning Cartridge Nozzles - Solvent Inks (Spuitkoppen spoelen - inkten op basis van oplosmiddel) Tijdens perioden van inactiviteit kunnen de spuitkoppen uitdrogen en verstopt raken. Tijdens het afdrukproces kunnen de inktspray, de papiervezels en het stof zich ophopen op de spuitplaat. Spuituitdroging en opbouw van deeltjes zal uiteindelijk de spuitkoppen blokkeren en de afdrukkwaliteit verslechteren.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Purging Nozzles – Solvent Inks (Spuitkoppen spoelen - inkten op basis van oplosmiddel) Als de printkoppen (inktcartridges) inactief zijn, kan de inkt in de spuitkoppen drogen, waardoor er witte strepen (leegtes) in de afdruk ontstaan. Bij normaal afdrukken kunnen deze "inktverstoppingen" niet uit de spuitkoppen verdwijnen.
Pagina 82
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Reinig het rubber in de opslagklem met behulp van een pluisvrije doek bevochtigd met • isopropylalcohol (70% of hoger). • Klik de cartridge vast in een opslagklem. Plaats de verzegelde cartridge, met de contactpunten naar beneden, in een goed gesloten •...
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Jams in Printer (Papierverstoppingen in de printer) Als er een storing optreedt en de printer niet automatisch stopt, drukt u op PAUSE (Pauzeren) om de printer te stoppen. Mogelijke redenen voor papierverstoppingen zijn: • De grootte van de media (lengte in de richting van de invoer) komt niet overeen met de instelling van het stuurprogramma/software.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Cleaning Printer (Printer reinigen) WAARSCHUWING! DE PRINTER IS EEN NAUWKEURIGE MACHINE DIE REGELMATIG MOET WORDEN GEREINIGD OM VELE JAREN DIENST TE VERZEKEREN. VOORDAT U ONDERHOUD UITVOERT, MOET U DE PRINTER LOSKOPPELEN VAN DE STROOMBRON! De printer moet regelmatig worden gereinigd van opgehoopt papierstof en inkt. Afhankelijk van het soort media dat wordt gebruikt, kan papierstof zich ophopen in de printer en bij het transport.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD Cleaning Touchscreen (Aanraakscherm reinigen) Reinig het aanraakscherm voorzichtig door het schoon te vegen met een pluisvrije doek en een niet-schurend reinigingsmiddel dat is gemaakt voor aanraakschermen op computers en mobiele telefoons. Spuit het reinigingsmiddel NIET direct op het scherm, spuit op een doek en maak het scherm vervolgens schoon.
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN HOOFDSTUK 5 – Handleiding voor problemen oplossen Probleemoplossingsgidsen worden verstrekt om u te helpen bij het oplossen van problemen die zich kunnen voordoen met de printer of de software. We hebben geprobeerd deze zo compleet mogelijk te maken. Het beste advies dat we kunnen geven is om er zeker van te zijn dat het systeem goed is ingesteld, aangesloten is en dat er cartridges zijn geïnstalleerd voordat er wordt geprobeerd om problemen op te lossen.
Pagina 87
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Niet-compatibele cartridge. controleren of de printer de inktcartridge herkent als een geldig voedingselement.
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Printer TOESTAND PROBLEEM OPLOSSING Het aanraakscherm is zwart Printer is in slaapstand Om de printer te wekken, drukt u op en het een van de vier mechanische toetsen stroomindicatielampje is of tikt u op het aanraakscherm. De printer werd uitgeschakeld, Probeer de printer te wekken zoals maar de hoofdstroom werd nooit...
Pagina 89
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Mogelijke statische ontlading. Pauzeer het afdrukken. Selecteer records om opnieuw af te drukken. Hervat het afdrukken. Probleem met cartridge of de inkt is Controleer/reinig/vervang de Een of meer CARTRIDGES inktcartridge. drukken NIET af bij het Het probleem van de Pauzeer de afdruktaak.
Pagina 90
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Printer (vervolg) TOESTAND PROBLEEM OPLOSSING De printer heeft een Zie berichten op het aanraakscherm Papierstoring papieropstopping gedetecteerd. Zie berichten op het aanraakscherm Dubbele invoer De printer heeft een dubbele invoer of een verkeerd papierformaat in het stuurprogramma gedetecteerd.
Pagina 91
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Ghosting en verschuivingen van Media hapert/glijdt weg. Controleer de afstelling van de tekens/lijnen vellenscheider. Scheiders moeten de media net aanraken. Controleer de mediadikte. Een te hoog ingestelde printkophouder zal de media doen wegglijden wanneer deze onder de printkoppen passeren.
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Touchscreen Messages (Aanraakschermberichten) Op het aanraakscherm worden berichten weergegeven om u te waarschuwen voor problemen of om aan te geven dat een proces is voltooid. SCHERMBERICHT PROBLEEM OPLOSSING Papieropstopping. Verwijder de media uit de Medium is gekruld of gebogen. feeder en/of afdruktransportgebied.
Pagina 93
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN TIME OUT (TIME-OUT) De werking van de printer heeft Controleer de printer. (ERROR 04) (FOUT een vertraging opgelopen of de Druk op "OK" om verder te printer werd te lang gaan. gepauzeerd.
HOOFDSTUK 5 PROBLEMEN OPLOSSEN Berichten op het aanraakscherm (vervolg) Op het aanraakscherm worden berichten weergegeven om u te waarschuwen voor problemen of om aan te geven dat een proces is voltooid. Printermotor is gestopt. Controleer/verwijder mogelijke NO ENCODER SIGNAL (GEEN verstopping.
BIJLAGE A APPENDIX A – Printer Specifications (BIJLAGE A - Printerspecificaties) AFDRUKTECHNOLOGIE Hewlett Packard Thermische Inktjet, 45-Stijl, Hoge Capaciteitscartridges EASYInk - zelfontwikkelde verbruiksartikelen ontworpen voor prestaties. COMPATIBELE INKT Originele HP-cartridges, geen navulverpakkingen of imitatie, gevuld met zelfontwikkelde inktformules. 4” x 6”( 10,16 cm x 15,24 cm) #10 enveloppen postkaarten 22.000/uur bij 150 dpi...