Inhoudsopgave
Advertenties
van het opgeslagen beeld dat is geselecteerd (150D = snelheid 1,2,3,4. 200D = snelheid 1,2,3. 300D =
snelheid 1,2. 600D = snelheid 1).
Afdrukken: Druk op om de geselecteerde opgeslagen afbeelding af te drukken.
Merge (Samenvoegen): Druk op om de geselecteerde opgeslagen afbeelding samen te voegen met de
volgende taak die naar de printer wordt
verzonden.
TIP: Als de samenvoegknop grijs is, is het
opgeslagen beeld dat u hebt geselecteerd niet
verzonden/opgeslagen op 600 DPI. De printer zal
alleen opgeslagen beelden samenvoegen die zijn
verzonden/opgeslagen op 600 DPI.
Het scherm Print Data (Afdrukgegevens) wordt
geopend en het indicatielampje wordt groen.
In het scherm Print Data (Afdrukgegevens) kunt u
de status van de taak
pauzeren/afdrukken/annuleren en controleren. Zie "Print Data" (Afdrukgegevens) voor details over het
gebruik van dit scherm.
Stuur de taak naar de printer.
De door u geselecteerde afbeelding wordt samengevoegd en afgedrukt samen met elke opname van de
taak die wordt afgedrukt.
OPMERKING: De beschikbare snelheidsselecties worden bepaald door de afdrukresolutie (afdrukkwaliteit)
van het opgeslagen beeld dat is geselecteerd (150D = snelheid 1,2,3,4. 200D = snelheid 1,2,3. 300D =
snelheid 1,2. 600D = snelheid 1).
BELANGRIJK: Om de opgeslagen afbeelding samen te voegen met een taak, moet de opgeslagen
afbeelding zijn verzonden/opgeslagen op 600 dpi.
De taak moet overeenkomen met de paginagrootte en de lay-out van de samenvoegde afbeelding. Nadat
de taak is voltooid, wordt de functie Afbeelding samenvoegen automatisch gedeactiveerd.
PRINTER-INSTELLING Menu
Als u op het pictogram Printer Setup (Printer-instelling) in
het Main Menu (Hoofdmenu) drukt, wordt het scherm
Printer Setup (Printer-instelling) geopend. Met de functies
op dit scherm kunt u printerparameters instellen om de
printer aan te passen aan uw behoeften.
Ink Type (Inkttype): Geeft de inkttypes weer die in elk
van de knopposities zijn geladen. Alleen geautoriseerde
inktcartridges worden weergegeven. Het selecteren van
een inktcartridge, in een bepaalde koppositie, geeft
toegang tot de optie Bewerken.
Printer Preferences (Printervoorkeuren): Gebruik om voorkeuren te selecteren en in te stellen.
Taal: Selecteer de taal die het aanraakscherm moet weergeven.
Horizontal Alignment (Horizontale uitlijning): Gebruik om de horizontale (zijwaartse) uitlijning van een
afgedrukte afbeelding tussen aangrenzende printkoppen te verfijnen.
Vertical Alignment (Verticale uitlijning): Gebruik dit om de overlapping tussen het spuitstuk en de afbeelding
van de aangrenzende printkoppen te verfijnen.
Factory Default (Fabrieksinstellingen): Zet de printerinstelling terug naar de standaard fabrieksinstellingen.
HOOFDSTUK 3
BEDIENING VAN DE PRINTER
29
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
