9.9.2
Leidingen ontluchten
9.9.3
Teller voor patroon voor gedeeltelijke ontzilting (optie) resetten
44 / 56
Het ontluchten van de naspoelleidingen voor reinigings-, desinfectie- of naglansmid-
del moet worden uitgevoerd als door de doseerunits lucht is aangezogen. Dit ge-
beurt wanneer een jerrycan tijdens het gebruik volledig leegraakt of een van de aan-
zuiglansen niet tot de bodem van de jerrycan is aangebracht.
1. Ga naar autorisatieniveau 1 Serviceniveau (10001), zie pagina 42.
2. Selecteer item 1-3 voor het ontluchten van de leiding voor reinigings-/desinfec-
tiemiddel en item 1–2 voor de naspoelleiding.
3. Bevestig de keuze.
Het ontluchten van de desbetreffende leiding wordt uitgevoerd, de resterende
looptijd wordt in seconden weergegeven. Herhaal de ontluchting indien nodig.
De ontluchting kan met de Aan/uit toets worden afgebroken.
Bij vaatwasmachines met een patroon voor gedeeltelijke ontzilting en een geacti-
veerde uitputtingsindicator moet de teller worden gereset nadat de patroon voor
gedeeltelijke ontzilting is vervangen.
1. Ga naar autorisatieniveau 1 Serviceniveau (10001), zie pagina 42.
2. Om de teller te resetten, invoer 1-5 selecteren.
3. Bevestig de selectie om de waarden te resetten.
U kunt het instelniveau met de Aan/uit-knop verlaten.
9018139