8.2
Inbedrijfstelling uitvoeren
9
Bedrijf, bediening
9.1
Toetsenfolie
24 / 56
Aanwijzing
De instructie en eerste ingebruikname mogen uitsluitend door een geautoriseerde
servicemonteur worden uitgevoerd! Pas na instructie mag het reinigings- en desin-
fectieapparaat door de operator worden gebruikt.
Volg de hieronder genoemde punten op om beschadigingen van de installatie of le-
vensgevaarlijke verwondingen bij de eerste inbedrijfname van de machine te voor-
komen:
•
Controleer of alle gereedschappen en vreemde voorwerpen uit het apparaat
zijn verwijderd.
•
Controleer of uitgelopen vloeistoffen zijn verwijderd.
•
Neem bij reinigings- en desinfectieapparaten met GiO-MODULE de "Inbedrijf-
nameverklaring voor GiO-MODULE's" in acht en volg de aanwijzingen op.
Het reinigings- en desinfectieapparaat is uitgerust met een toetsenfolie. Een display
informeert u over de actuele temperaturen van het reinigings- en spoelwater en
geeft eventuele meldingen en storingscodes weer. Controlelampjes bij de toetsen
geven de bedrijfsgereedheid aan van het actieve reinigingsprogramma en de voort-
gang van de reinigingscyclus.
Onderstaand wordt de betekenis van de toetsen en symbolen beschreven.
Toets/symbool
Betekenis
Aan/uit toets/programmaonderbreking
Reinigingstoets met controlelampje
Controlelampje brandt: het reinigingsprogramma is in
werking
Het controlelampje knippert: het zelfreinigingspro-
gramma/legingsprogramma is in werking
Toetsen 1 - 3 van het reinigingsprogramma met
controlelampjes
Controlelampje 1, 2 of 3 brandt: het reinigings- en des-
infectieapparaat is bedrijfsgereed / reinigingspro-
gramma 1, 2 of 3 geselecteerd
Controlelampje 1, 2 of 3 knippert: de bedrijfsgereed-
heid van het reinigings- en desinfectieapparaat wordt
voorbereid
Actuele reinigings- en desinfectietemperatuur
Actuele naspoeltemperatuur
9018139