Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Gebruik Van Fijndradige Leidingen - SMA SUNNY BOY 3.0 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SUNNY BOY 3.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Elektrische aansluiting
Eisen aan de aardleiding:

Het gebruik van fijndradige leidingen

U kunt een stugge leiding of een flexibele, fijndradige leiding gebruiken.
• Als u gebruikmaakt van een fijndradige leiding moet deze met een ringkabelschoen
dubbel worden gekrompen. Zorg ervoor dat bij het trekken en buigen geen
ongeïsoleerde leiding zichtbaar is. Op die manier wordt voor voldoende trekontlasting
door de ringkabelschoen gezorgd.
☐ Doorsnede van de aardleiding: maximaal 10 mm²
Lastscheider en leidingbeveiliging:
Beschadiging van de omvormer door gebruik van schroefzekeringen als
lastscheider
Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) zijn geen lastscheiders.
• Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider.
• Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de
technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op www.SMA-Solar.com voor
informatie over en voorbeelden van de configuratie).
☐ Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen
leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Daarbij moet rekening worden gehouden met
de maximaal toegestane zekering (zie hoofdstuk 13 "Technische gegevens", pagina 108).
Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende kabel staat.
☐ Verbruikers die tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd,
moeten afzonderlijk worden beveiligd.
Aardlekbewaking:
De omvormer heeft geen externe aardlekbeveiliging nodig. Wanneer de plaatselijke voorschriften
een aardlekbeveiliging vereisen, moet op het volgende worden gelet:
☐ De omvormer is vanaf firmware-versie 3.00.10.R compatibel met aardlekbeveiligingen van het
type A en B, die een nominale aardlekstroom van 30 mA of hoger hebben (informatie over de
keuze van een aardlekbeveiliging zie de technische informatie "Criteria voor de selectie van
een aardlekbeveiliging" onder www.SMA-Solar.com). Elke omvormer in de installatie moet via
een eigen aardlekbeveiliging op het openbaar stroomnet worden aangesloten.
☐ Bij toepassing van aardlekbeveiligingen met een nominale aardlekstroom 30 mA moet de
nominale aardlekstroom in de omvormer worden ingesteld (zie hoofdstuk 8.17, pagina 72).
Daardoor reduceert de omvormer de bedrijfsafhankelijke afleidstromen en voorkomt het
foutief activeren van de aardlekbeveiliging.
32
SBxx-1AV-41-BE-nl-12
LET OP
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sunny boy 3.6Sunny boy 4.0Sunny boy 5.0Sunny boy 6.0

Inhoudsopgave