SMA Solar Technology AG
6. Stel de controlespanning in. De controlespanning moet zo dicht mogelijk bij de maximale
systeemspanning van de PV-panelen liggen, mag deze echter niet overschrijden (zie datablad
van de PV-panelen).
7. Meet de isolatieweerstand.
8. Hef de kortsluiting op.
9. Voer de meting van de overige strings op dezelfde manier uit.
☑ Als de isolatieweerstand van een string duidelijk afwijkt van de theoretisch berekende
waarde, is er sprake van een aardlek in de desbetreffende string.
10. Sluit strings met aardlek pas weer aan op de omvormer als het aardlek is verholpen.
11. Sluit alle andere strings weer aan op de omvormer.
12. Stel de omvormer weer in bedrijf.
13. Als de omvormer daarna nog steeds een isolatiefout meldt, neem dan contact op met onze
serviceafdeling (zie hoofdstuk 14, pagina 115). Het is mogelijk dat de PV-panelen in de
gebruikte hoeveelheid niet voor de omvormer geschikt zijn.
11.4 Problemen met streaming-diensten
Als u streaming-diensten op het lokale netwerk gebruikt, waarin ook de omvormer is geïntegreerd,
kan dit tot storingen bij de transmissie leiden. In dit geval kunt u de IGMP-instellingen van de
omvormer via de bedrijfsparameters wijzigen.
• Neem contact op met de service en wijzig de IGMP-instellingen in overleg met de service.
Bedieningshandleiding
11 Zoeken naar fouten
SBxx-1AV-41-BE-nl-12
103