30
C. MEETINSTRUMENT
Het meetinstrument kan gemakkelijk worden vervangen nadat de
knoppen en het frontpaneel zijn afgenomen.
D INDICATIEBUISJES
Verwijder de linkerzijplaat.
Voor het verwisselen van de indicatiebuisjes is het voldoende de
twee bouten A, (fig. 11) los te schroeven en de eenheid in haar ge-
heel iets buiten de kast te trekken. De draadboom kan door de
rubbertule worden meegeschoven.
E. CONTROLELAMPJE LA1
Verwijder de rechterzijplaat. Het controlelampje kan, na losschroe-
ven van schroef je B (fig. 10), worden verwisseld.
F. VERZWAKKERSCHAKELAAR (fig. 13)
Verwijder de achter- en de onderplaat.
Draai de twee schroeven „A" los en verwijder de koperen veer
„C". (De schroeven „A" kunnen via de gaten in de steunplaat van
achteren af worden bereikt.)
De platte as „D" kan nu door het grote gat in de steunplaat aan
de achterzijde naar buiten worden getrokken.
Draai het boutje „E" los en vervolgens het afstandsstuk „F".
Soldeer de aansluitdraden van de verzwakker op alle punten „G"
los. De vijf schakelsegmenten en de hierop gemonteerde weerstan-
den kunnen vervolgens in hun geheel worden uitgenomen door
een strip „H" los te maken.
Soldeer de draden aan de punten „J" los.
Reparaties aan de verzwakker kunnen nu gemakkelijk buiten het
apparaat worden uitgevoerd.
G, VF.RZWAKKERWEERSTANDEN
Wanneer een van de weerstanden in de verzwakker wordt eerwis-
seld moet de in de stuklijst vermelde tolerantie nauwkeurig worden
aangehouden.
H CHOPPER
— Verwijder de rechter zijplaat.
— Maak de topaansluiting van de chopper los.
— Buig de kleminrichting van de chopper iets opzij; de chopper kan
nu uit de houder getrokken worden.