Inhoudsopgave
Advertenties
18
B. IJKSPANNING (Eenheid E)
De ijkspanning wordt verkregen door een spanningsdeler tussen
+85 V en aarde, die wordt gevormd door de weerstanden R79 en
R83 met R86 en R87 als afregelweerstanden. Over R83 staat bij
juiste afregeling 300 mV. Hierover staat een tweede spanningsdeler
door de weerstanden R84 en R85. Deze hebben een verhouding van
1 :100 zodat over R85 een spanning van 3 mV aanwezig is.
C. BROMFILTER (Eenheid B)
Tussen de ingangsverzwakker en de versterker is een filter opge-
nomen bestaande uit R22/C11, R26/C1 en R27/C2. Hierdoor wor-
den eventueel op de te meten spanning gesuperponeerde 50 Hz-
spanningen verzwakt. Het neonbuisje B15 beveiligt de contacten
van de triller tegen inbranden. Eventuele stoorspanningen met hoge
frequenties, veroorzaakt door het schakelen van de trillercontacten,
worden afgesneden door het filter R32/C3.
D. VERSTERKER EN GELIJKRICHTSCHAKELING (Eenheid A)
De versterker is een wisselspanningsversterker met een geringe
bandbreedte tengevolge van de over de anodeweerstanden van B1
en B2 gemonteerde condensatoren (C7 en C13).
De verzwakking bedraagt 3 dB bij ca. 10 Hz en 600 Hz.
Door een spanningstegenkoppeling van de anode van B4 via de
weerstanden R120, R1 en R50 naar de kasode van B3 wordt de
versterker gestabiliseerd. De katodeweerstanden van B2 en B4 zijn
niet ontkoppeld, waardoor nog een extra tegenkoppeling verkregen
wordt. De grootte van deze tegenkoppeling is met potentiometer
R1 instelbaar, zodat op deze wijze de gevoeligheid van het instru-
ment kan worden ingesteld. De uitgangsspanning wordt in een
brugschakeling die bestaat uit de diodes GR10 en GR11 en de weer-
standen R121 en R122 gelijkgericht en door het meetinstrument Al
aangewezen.
Advertenties
Inhoudsopgave
