Advertenties
15
Indien Vz klein is ten opzichte van
V, kan de formule worden
ver-
eenvoudigd tot:
V,
Rx =
Vz
MS~.
Voorbeeld. De spanning van de externe spanningsbron
(V,)
is 100 V;
de meteraanwijzing (Vz) is 50
µV. De waarde van de weerstand Rx
is dan:
100
Rx —
50.106
MS2 = 2.106 MS2.
6. Kraak aan kabels
Door de geringe traagheid van de meter is het apparaat ook ge-
schikt voor het meten van de „kraak" die ontstaat bij indrukken of
vervormen van kabels. Deze kraak is een elektrostatisch verschijn-
sel, dat bij de meeste kabels met kunststofisolatie optreedt. De
meting wordt uitgevoerd als een normale spanningsmeting.
D. UITGANG VOOR REGISTREERAPPARATEN
Op de achterzijde van het apparaat bevinden zich twee bussen die
bestemd zijn voor de aansluiting van een registreerapparaat (fig. 6),
b.v. PR 2210 A.
De spanning op deze bussen kan bij volle wijzeruitslag van het in-
strument worden ingesteld op 100 mV door middel van potentio-
meter R150 (fig. 6). Deze spanning heeft dezelfde polariteit als de
ingangsspanning.
Het instrument en de uitgang voor registreerapparaten kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt.
Bij gebruik van een registreerapparaat wordt naar de desbetreffende
gebruiksaanwijzing verwezen.
Advertenties
