Bediening
4.2 Programmastart
4.2.1
Opdrachten
4.2.2
Databank
16
De CCI.Control wordt automatisch gestart bij het inschakelen van de terminal. Via
het startscherm heeft u direct toegang tot alle functies.
Om naar het startscherm van de CCI.Control te gaan, gaat u als volgt te werk:
1.
Open in het hoofdmenu van de terminal het startmenu en druk op het
touchscreen op de knop met het CCI.Cam-symbool.
CCI.Control is onderverdeeld in 5 delen:
Opdrachtafwikkeling (hoofdstuk 4.3).
Invoeren en wijzigen van stamgegevens. Als u uw opdrachten met een
veldbewerkingsregister plant en aanstuurt, worden de stamgegevens samen met
de opdrachtgegevens geïmporteerd. In de regel hoeven deze stamgegevens dan
dus niet met de hand te worden ingevoerd. Maar u kunt deze gegevens echter in
CCI.Control wijzigen of aanvullen en bij de export van de opdrachtgegevens weer
in het veldbewerkingsregister laden.