Inhoudsopgave Over deze handleiding Over de CCI 1200 CCI.Apps Opbouw Veiligheid Markering van de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing Doelmatig gebruik Veiligheidsaanwijzingen Installatie van elektrische apparaten Ingebruikname Leveromvang controleren Terminal monteren Terminal aansluiten Terminal inschakelen Lay-out wijzigen Taal kiezen Tijdzone selecteren...
Pagina 4
11.2 Meldingen 12 Verklarende woordenlijst 13 Afvoeren 14 Index Technische gegevens Interfaces Tijdzones...
Ingebruikname Instellingen Gebruikersinterface Apps Probleemoplossing Lees om foutloos functioneren van de CCI 1200 te garanderen de ge- Uitsluiting aan- sprakelijkheid bruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bewaar de gebruiksaanwijzing om de- ze in de toekomst te kunnen raadplegen.
Pagina 6
Elke functie wordt stap voor stap met praktijkaanwijzingen behandeld. Pictogrammen Links naast de praktijkaanwijzing ziet u de knop die moet worden inge- drukt of een van de volgende pictogrammen: Waarde via het toetsenbord invoeren Voer de waarde via het schermtoetsenbord van de terminal in. Waarden uit een keuzemenu selecteren 1.
Over de CCI 1200 Wij feliciteren u met de aankoop van deze CCI 1200. De CCI 1200 is een merkonafhankelijk inzetbare bedieningsterminal voor de besturing van ISOBUS-machines. Het Touchscreen van de CCI 1200 is 12,1" groot en heeft een resolutie van 1280x800 pixels, ...
CCI.Apps Op de CCI 1200 zijn de volgende CCI.Apps geïnstalleerd: CCI.UT ISOBUS-machinebediening CCI.Cam Weergave van maximaal 8 camera's CCI.Config Machinecombinatie-instellingen CCI.Command Kaartaanzicht CCI.Control Gegevensbeheer CCI.Help Helpsysteem De volgende functies moeten worden betaald en kunnen alleen worden gebruikt na vrijschakeling: Parallel tracking...
Opbouw 1. 12,1" touchscreen 2. Lichtsensor 3. AAN/UIT-toets 4. 2x USB 2.0 5. ISOBUS, Voedingsspanning, ECU- Power 6. Signaalconnector, GPS 7. Camera, Video-Multiplexer 8. 2x USB 2.0 9. Ethernet 10. Zoemer De bediening van de terminal vindt plaats via het touchscreen. Alle Touchscreen gangbare touch-bewegingen worden ondersteund.
Pagina 10
De terminal wordt automatisch uitgeschakeld, AAN/UIT als u de contactsleutel eruit trekt of als u de contactsleutel naar de positie UIT draait. Bij de volgende start van de ontsteking wordt de terminal weer inge- schakeld. Opmerking De terminal kan alleen dan via de contactsleutel worden ingeschakeld, als deze eerder via de ontsteking is uitgeschakeld.
Pagina 12
Beide USB-interfaces op de linker behuizingszijde zijn van het type A. Er kunnen in de handel verkrijgbare USB-sticks worden aangesloten. De USB-interfaces op de achterzijde zijn van het type M12. Deze inter- faces beschermen de terminal ook bij aangesloten USB-apparaat tegen binnendringen van stof en water.
Veiligheid 2 Veiligheid Deze gebruiksaanwijzing bevat fundamentele aanwijzingen die bij de in- bedrijfstelling, de configuratie en het gebruik in acht moeten worden genomen. Daarom moet u deze handleiding beslist vóór de configuratie en het gebruik lezen. Niet alleen de in het hoofdstuk „beveiliging“ vermelde algemene veilig- heidsaanwijzingen dienen in acht te worden genomen, maar ook de in de andere hoofdstukken ingevoegd speciale veiligheidsaanwijzingen.
Veiligheid Doelmatig gebruik De terminal is uitsluitend bestemd voor gebruik op daartoe vrijgegeven ISOBUS-machines en machines in de landbouw. Elke vorm van installa- tie of gebruik van de terminal die daarbuiten gaat, valt niet onder de verantwoording van de fabrikant. Voor alle hieruit resulterende schade aan personen of materiaal is de fabrikant niet aansprakelijk.
Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen Waarschuwing - algemene gevaren! Houd u zeer zorgvuldig aan de volgende veiligheidsvoorschriften. Bij vero- nachtzaming bestaat er gevaar op defecten en hiermee gevaar voor per- sonen rondom: Schakel de terminal uit als de touch-bediening niet reageert, de weer- gave blijft staan of de gebruikersinterface niet correct weergegeven wordt.
Veiligheid Installatie van elektrische apparaten Hedendaagse landbouwwerktuigen zijn voorzien van elektronische com- ponenten en onderdelen waarvan het functioneren door elektromagneti- sche velden van andere apparaten kan worden beïnvloed. Zulke invlo- eden kunnen personen in gevaar brengen als de volgende veiligheid- saanwijzingen niet worden opgevolgd.
Ingebruikname 3 Ingebruikname Neem de terminal snel en eenvoudig aan de hand van de volgende stapsgewijze handleiding in bedrijf. Leveromvang controleren Controleer de leveringsomvang van de terminal alvorens u met de in- bedrijfstelling begint: 1. Terminal 2. Bevestiging van het apparaat 3.
Ingebruikname Terminal aansluiten Via de stekkeraansluiting A verbindt u de terminal met de ISOBUS en voorziet u deze van stroom: Sluit kabel A aan op stekkeraansluiting A van de terminal en de In- cab-bus van de tractor. Terminal inschakelen Druk 1 seconde op de AAN/UIT-toets.
Ingebruikname Lay-out wijzigen Bij aflevering worden alle bedieningspanelen in dwarsindeling weergege- ven. Als u het apparaat rechtop heeft gemonteerd, wijzig dan eerst de lay-out: 1. Druk in het startscherm op de knop "Instellingen". Het bedieningspaneel „Instellingen“ wordt weergegeven. 2. Druk op de knop „Lay-out“. ...
Ingebruikname Tijdzone selecteren De tijdzone vormt de basis voor de op de terminal weergegeven tijd. De omschakeling van zomer- en wintertijd vindt automatisch plaats en kan niet worden gedeactiveerd. Opmerking Kies de tijdzone met de correcte tijdverschuiving en de passende regio. 1.
Ingebruikname Terminal-licentie invoeren Om alle functies te kunnen gebruiken moet u de terminal-licentie voor de terminal invoeren. De terminal-licentie ontvangt u via de internetsite https://sdnord.net/PA. 1. Druk in het startscherm op de knop "Instellingen". Het bedieningspaneel „Instellingen“ wordt weergegeven. 2.
Pagina 22
Ingebruikname 5. Schakel over naar de PC. Open in de browser het internetadres https://sdnord/PA. 6. Beantwoord de beveiligingsvraag. 7. Voer de TAN van de terminal in en druk op de knop „Vrijschakeling starten…“. De terminal-licentie wordt weergegeven.
Pagina 23
Ingebruikname 8. Druk op de terminal op de knop „Verder“. Het bedieningspaneel „Terminal-licentie invoeren“ wordt we- ergegeven. 9. Voer de terminal-licentie in en bevestig uw invoer met „Verder“. Het bedieningspaneel „Section Control-licentie invoeren“ wordt weergegeven. 10. Druk op de knop „Verder“. ...
Ingebruikname Apps activeren Na uitlevering zijn met één uitzondering alle apps geactiveerd en kun- nen deze worden gebruikt. Alleen de app CCI.UT2 is niet geactiveerd. Activeer CCI.UT2, als u twee ISOBUS-machines tegelijkertijd wilt weergeven en bedienen, een ISOBUS-machine wilt bedienen en een extra AUX- bedieningseenheid wilt configureren.
Ingebruikname 3.10 Gebruikersinterface configureren Hoewel alle apps geactiveerd zijn, is de gebruikersinterface bij eerste start van de terminal leeg: U wilt met CCI.UT een ISOBUS-machine bedienen en met CCI.Control de Voorbeeld gegevens van de machine vastleggen. U heeft een camera op de terminal aangesloten en wilt tijdens het werk het camerabeeld kunnen blijven zien:...
Pagina 26
Ingebruikname 1. Druk op de knop „App-menu“. Het App-menu wordt geopend. 2. Druk op het App-menu op de knop „CCI.UT“. CCI.UT wordt in Mini-View weergegeven. 3. Druk in Mini-View op „CCI.UT“. CCI.UT wordt op de linkerhelft van de Standard-View weergege- ven.
Grafische gebruikersinterface 4 Grafische gebruikersinterface Leer de wezenlijke bestanddelen en de opbouw van de beeldschermin- houd kennen. Help CCI.Help ondersteunt u in het dagelijks werk met de terminal. CCI.Help beantwoordt uit de praktijk stammende vragen over bediening, geeft nuttige toepassingsadviezen, ...
Grafische gebruikersinterface Touch-bewegingen De terminal wordt uitsluitend via het touchscreen bediend. De terminal ondersteunt de volgende gangbare touch-bewegingen: Indrukken Druk kort op de aangegeven plek op het touchscreen. U selecteert een element in een keuzemenu of u voert een functie uit. Lang indrukken ...
Grafische gebruikersinterface Lay-out Bij het dagelijkse werk met de terminal moet u alle relevante informatie kunnen overzien en meerdere apps tegelijkertijd kunnen bedienen. De terminal ondersteunt u daarbij met het grote touchscreen en de fle- xibele inrichting van de gebruikersinterfaces. Kies op de terminal een lay-out die bij de montage past: Dwarsindeling standaard ...
Pagina 30
Grafische gebruikersinterface Hierna wordt standaard de dwarsindeling beschreven. De beschrijvingen kunnen ook op de andere lay-outs worden toegepast. De display is in vier delen verdeeld: Standard-View In de Standard-View worden maximaal 2 apps naast elkaar weergege- ven. Mini-View In de Mini-View worden alle actieve apps weergegeven, met uitzondering van de apps in de Standard-View.
Pagina 31
Grafische gebruikersinterface Standard-View Apps kunnen alleen bediend worden in de Standard-View. Mini-View Apps in Mini-View zijn niet bedienbaar, geven alleen de wezenlijke informatie aan, voeren lopende functies verder uit. Vanaf de vierde actieve app reikt de Mini-View rechts voorbij het zicht- bare bereik: ...
Pagina 32
Grafische gebruikersinterface App-menu Het App-menu bevindt zich in ingeklapte toestand. In het App-menu worden alle apps weergegeven die u in App-beheer heeft geactiveerd: Actieve apps worden in de Standard-View, in Mini-View en in het App-menu weer- gegeven, hebben in het App-menu een lichtgrijs kader. Apps in stand-by ...
Pagina 33
Grafische gebruikersinterface Statusbar De pictogrammen in het infogedeelte van de statusbalk geven een over- zicht van de verbindingsstatus en de verbindingskwaliteit. geen signaal Er is geen GPS-ontvanger aangesloten. ongeldig signaal Een GPS-ontvanger is aangesloten. De ontvangen locatiegegevens zijn echter ongeldig. Een GPS-ontvanger is aangesloten.
Pagina 34
Grafische gebruikersinterface U heeft de volgende bedieningsmogelijkheden: Verzend het ISB-commando aan alle netwerkdeelnemers. Druk op de knop „ISB“. De terminal verzendt het ISB-commando via de ISOBUS. Instellingen Voer de basisinstellingen uit, alvorens met de terminal te werken: Druk op de knop „Instellingen“.
Grafische gebruikersinterface Bijzondere knoppen Voor efficiënte bediening van de apps heeft de terminal speciale knop- pen. Action-knop Met de Action-knop gaat u direct naar de momenteel belangrijkste func- tie. Menuknop Met de menuknop (drie horizontale strepen) opent u het menu. Met het menu opent u de instellingen, de functies en het helpsysteem van een app: ...
Pagina 36
Grafische gebruikersinterface Let op! Niet alle ISOBUS-machines ondersteunen de ISB-functie. Welke machinefuncties de ISB van een machine deactiveert, vindt u in de gebruiksaanwijzing van de machine.
Instellingen 5 Instellingen Druk op de knop „Instellingen“. Het bedieningspaneel „Instellingen“ wordt weergegeven. Wijzig de volgende instellingen direct in het bedieningspaneel „Instellin- gen“: Displayhelderheid wijzigen Druk op de knop „-“, om de displayhelderheid te verlagen. Druk op de knop „+“, om de displayhelderheid te verhogen. Automatische displayhelderheid De lichtsensor registreer het omgevingslicht en past de displayhelderheid aan het omgevingslicht aan.
Pagina 38
Instellingen De instellingen zijn onderverdeeld in de gedeeltes „Gebruiker“, „Lay- out“, „Systeem“, „Apps“ en „Diagnose“. Gebruiker Pas het bedieningsgedrag van de terminal aan: Geluid en contactsignaal, Taal en eenheid, Gebruikersbeheer en Messemodus. Apps Activeer en configureer de apps: ...
Instellingen Diagnose De terminal voert een gebeurtenisprotocol uit. Het gebeurtenisprotocol wordt uitsluitend op de terminal opgeslagen en niet verzonden. Bij problemen met de terminal of de ISOBUS-machine kunt u het gebeur- tenisprotocol naar uw contactpersoon verzenden: 1. Sluit een USB-stick op de terminal aan. 2.
Pagina 40
Instellingen U kunt de volgende instellingen uitvoeren: Volume De terminal en vele ISOBUS-machines produceren waarschuwingsgelui- den. De geluidssterkte van de waarschuwingsgeluiden kan worden gere- geld: 1. Druk op de knop „Volume“. Het bedieningspaneel „Volume“ wordt weergegeven. 2. Druk op de knop met het procentteken. ...
Instellingen App-instellingen Druk in het bedieningspaneel „Instellingen“ op de knop „Apps“. Het bedieningspaneel "Apps" wordt weergegeven: De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar: App-instellingen De apps instellen. Appbeheer Apps activeren en deactiveren. zie het gedeelte Appbeheer ISOBUS-instellingen Het gedrag van de terminal op de ISOBUS instellen. zie het gedeelte ISOBUS-instellingen...
Pagina 42
Instellingen Appbeheer Niet vereiste apps kunnen permanent worden uitgeschakeld. Dit heeft geen invloed op het beschikbare CPU-vermogen of het vrije werkgeheu- gen. Opmerking Het kan voorkomen dat een actie niet kan worden uitgevoerd omdat een app uitgeschakeld is. Wij adviseren daarom ...
Task-Controller, TECU, File Server. Als u de CCI 1200 en een tweede ISOBUS-terminal tegelijkertijd ge- bruikt, kunt u de functies over de beide terminals verdelen. U bedient de ISOBUS-machines via de vast in de tractor ingebouwde...
Pagina 44
Universal Ter- Is de ISOBUS- „Universal Terminal“ geactiveerd, dan kunnen maximaal minal twee ISOBUS-machines met de CCI 1200 bediend worden. Dit is ook mogelijk als u tegelijkertijd een tweede ISOBUS-terminal gebruikt. Deactiveer de ISOBUS-functie „Universal Terminal“ alleen als u met de terminal geen ISOBUS-machines wilt bedienen: 1.
Pagina 45
Instellingen U gebruikt de Task-Controller van de CCI 1200 en de Task-Controller Nummer van een andere ISOBUS-terminal. Elk van de beide Task-Controllers moet een eenduidig nummer hebben, omdat er anders adresconflicten op de ISOBUS ontstaan. Een ISOBUS-machine kan alleen verbinding maken met een Task- Controller.
Instellingen TECU De ISOBUS-functie „TECU“ verzendt de snelheid, het aftakas-toerental, de positie van de achterlifter en de geopositie naar de ISOBUS-machine. Schakel de „TECU“ alleen uit als de TECU van de tractor een storings- melding weergeeft, als de TECU van de terminal ingeschakeld is. 1.
Pagina 47
Instellingen De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar: Terminalgegevens In de terminalgegevens worden o.a. de versie van de geïnstalleerde software en het serienummer van de terminal weergegeven. De termi- nalgegevens zijn in het geval van service van belang: 1. Druk op de knop „Terminalgegevens“. ...
Instellingen Datum en tijd Opmerking De klok van de terminal werkt zeer nauwkeurig en is in de fabriek inge- steld. U kunt - en mag - de tijd niet handmatig instellen. Bij actieve internetverbinding synchroniseert de terminal de tijd met een tijdserver.
Pagina 49
Instellingen Opmerking De tijd en de datum worden in de geselecteerde indeling op de terminal weergegeven en in de tijdstempel ingebouwd die de terminal via de ISOBUS verzendt. Wij adviseren de fabrieksinstellingen intact te laten. De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd: Tijdzone selecteren Kies de tijdzone met de correcte tijdverschuiving en de passende regio: Druk op de knop „Tijdzone“.
Pagina 50
Instellingen CCI.OS-update De terminal-software CCI.OS wordt doorlopend verder ontwikkeld en met nieuwe functies uitgebreid. Nieuwe versies worden als CCI.OS- update ter beschikking gesteld, die u via uw servicepartner kunt ont- vangen. Let op! Koppel vóór de update van de terminalsoftware CCI.OS beslist alle aan- gesloten ISOBUS-machines van de terminal los.
Pagina 51
Instellingen De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar: CCI.OS van de USB-stick updaten zie het gedeelte Update van USB-stick CCI.OS via internet updaten Dit is de snelste en eenvoudigste manier van updaten. Gebruik deze nieuwe functie als de terminal met internet verbonden is: 1.
Pagina 52
Instellingen Update van Opmerking USB-stick Gebruik een USB-stick met vrije geheugenruimte van minstens 200MB. Het installatieprogramma slaat tijdens de installatie gegevens op de USB-stick op. Opmerking De USB-stick moet tijdens de gehele update op de terminal aangesloten blijven! 1. Druk op de knop „CCI.OS-update via USB“. ...
Pagina 53
Instellingen Licentiegegevens De licentiegegevens van de terminal moeten in de volgende gevallen worden geactualiseerd: Na een CCI.OS-update, na het verkrijgen van een licentie voor een betaalde app. Druk op de knop „Licentiegegevens“. Het bedieningspaneel „Licentiegegevens“ wordt weergegeven.
Pagina 54
Instellingen De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar: Licentiegegevens via internet actualiseren Dit is de snelste en eenvoudigste manier van actualiseren. Gebruik deze nieuwe functie als de terminal met internet verbonden is: 1. Druk op de knop „Internet“. De licentiegegevens worden geactualiseerd. 2.
Pagina 55
Instellingen Internet CCI.OS-update en actualisering van de licentiegegevens kunnen via in- ternet eenvoudig en snel worden uitgevoerd. Voor onderhoud op afstand is beslist een actieve internetverbinding ver- eist. U heeft de volgende mogelijkheden om de terminal met internet te ver- binden: 1.
Pagina 56
Instellingen De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar: SmartConnect activeren SmartConnect is een multifunctionele externe uitbreiding van de terminal en stelt onder andere de internetverbinding beschikbaar: 1. Sluit SmartConnect op de terminal aan. 2. Schakel „SmartConnect activeren“ in. De terminal maakt verbinding met SmartConnect. ...
Pagina 57
Instellingen Onderhoud op afstand Bij problemen met de bediening van de terminal of de ISOBUS-machine kunt u uw servicepartner toegang op afstand tot de terminal geven. U bent de 'handlanger' van de servicepartner, die weliswaar de beeld- scherminhoud kan zien, maar kan geen acties op de terminal kan uitvo- eren.
Weergave van camerabeelden 6 Weergave van camerabeelden CCI.Cam is voor de weergave van camerabeelden. Behoud met maximaal acht camera's het overzicht over uw machine en complexe werkprocedures. De cyclische camerawisseling maakt hand- matig omschakelen tussen de camerabeelden overbodig. Open CCI.Cam in de Standard-View of Mini-View. Zo heeft u het camerabeeld binnen uw gezichtsveld: Ingebruikname Een camera aansluiten...
Weergave van camerabeelden Twee camera's aansluiten Om twee camera's op de terminal aan te sluiten heeft u een Video- Miniplexer nodig. De Video-Miniplexer wordt via de terminal van stroom voorzien. Schakel de terminal uit. Sluit de camera's op de Video-Miniplexer aan. 3.
Weergave van camerabeelden Acht camera's aansluiten Met de Video-Multiplexer kunt u maximaal acht camera's op de terminal aansluiten. Let op! De terminal kan de Video-Multiplexer slechts beperkt van stroom voorzien. Een overbelasting van de spanningsuitgang van de terminal heeft bescha- diging van de terminal tot gevolg.
Pagina 62
Weergave van camerabeelden Opmerking Niet gebruikte aansluitingen van de Multiplexer produceren een zwart camerabeeld.
Weergave van camerabeelden Bediening Camerabeeld weergeven Het camerabeeld wordt weergegeven als u CCI.Cam in de Standard- View, Maxi-View of Mini-View opent. Camerabeeld spiegelen Het camerabeeld wordt langs de verticale as gespiegeld. Het spiegelen van het camerabeeld is bijvoorbeeld zinvol voor terugrijcamera's: CCI.Cam kan alleen in de Standard-View worden bediend: 1.
Pagina 64
Weergave van camerabeelden De hierna beschreven functies moeten alleen worden toegepast als er meerdere camera's op de terminal zijn aangesloten. Camerabeeld permanent weergeven U wilt het beeld van een bepaalde camera laten weergeven. Het camerabeeld moet worden weergegeven tot u een andere selectie maakt: 1.
Weergave van camerabeelden Automatische camerawisseling instellen U wilt automatisch tussen enkele of alle camerabeelden overschakelen en de duur van de weergave voor elk camerabeeld vastleggen. Schakel vervolgens over naar de bewerkingsmodus. 1. Druk midden op het camerabeeld. De knoppen voor de bediening worden weergegeven. 2.
Pagina 66
Weergave van camerabeelden Opmerking Als een camerabeeld niet voor de automatische camerawisseling wordt gebruikt, laat de camera dan bij de selectie van de volgorde en weergave uitgeschakeld. Opmerking De instellingen voor de volgorde en de weergaveduur van de camerabe- elden blijft behouden als u de instellingen wijzigt. Na opnieuw starten van de terminal moet u alleen nog de automatische camerawisseling starten.
Machinecombinatie-instellingen 7 Machinecombinatie-instellingen U wilt Section Control en Rate Control gebruiken. Beide functies werken locatiespecifiek en hebben nauwkeurige informatie over de machinec- ombinatie nodig: het type en de bron van de snelheidsinformatie, de positie van de GPS-ontvanger en ...
Machinecombinatie-instellingen Ingebruikname Een ISOBUS-tractor stelt aan alle netwerkdeelnemers via de ISOBUS de Tractorgege- vens volgende tractorgegevens beschikbaar: Radar- en wielsnelheid, Aftakas-toerental, Rijrichting en Positie van de achterlifter. Als de tractor niet op de ISOBUS aangesloten is, leest de terminal de Signaalconnec- tractorgegevens via de signaalconnector in de tractor uit: 1.
Pagina 69
Machinecombinatie-instellingen Voeg een tractor toe: Nieuwe tractor 1. Druk op de knop „Instellingen“. Het bedieningspaneel „Instellingen“ wordt weergegeven. 2. Druk op de knop „Apps“. Het bedieningspaneel "Apps" wordt weergegeven: 3. Druk op de knop „CCI.Config“. Het bedieningspaneel met de CCI.Config-instellingen wordt weer- gegeven: 4.
Pagina 70
Machinecombinatie-instellingen Afstand B De afstand tussen de GPS-ontvanger en het referentiepunt van de trac- tor: De afstand wordt in de rijrichting gemeten. Het referentiepunt van de tractor is het middelpunt van de achteras. 1. Markeer naast de tractor het middelpunt van de achteras en de posi- tie van de GPS-ontvanger met krijt op de grond.
Pagina 71
Machinecombinatie-instellingen Voeg een machine toe: Nieuwe machi- 1. Druk op de knop „Instellingen“. Het bedieningspaneel „Instellingen“ wordt weergegeven. 2. Druk op de knop „Apps“. Het bedieningspaneel "Apps" wordt weergegeven: 3. Druk op de knop „CCI.Config“. Het bedieningspaneel met de CCI.Config-instellingen wordt weer- gegeven: 4.
Pagina 72
Machinecombinatie-instellingen Afstand D1 De afstand tussen het koppelpunt en het referentiepunt van de machine. Bij getrokken machines ligt het referentiepunt op het middelpunt van de eerste as. Bij aangebouwde machines bepaalt de machinefabrikant de positie van het referentiepunt. ...
UT en AUX 8 UT en AUX U bedient met de terminal uw ISOBUS-machines. Gebruik de apps CCI.UT1 en CCI.UT2. Functies van complexe ISOBUS-machines kunnen vaak beter via een joystick, een schakelpaneel of een andere ISOBUS- (AUX-Control of AUX) worden bediend. De bedieningselementen van de extra bedieningseenheid kunnen vrij met machinefuncties bezet worden.
Gegevensbeheer 9 Gegevensbeheer CCI.Control slaat opdrachtgegevens op, en importeert en exporteert de- Met CCI.Control beheert u uw opdrachten en veldgegevens op de termi- nal. Naast de import in ISO-XML-indeling kunnen nieuwe opdrachten ook direct in CCI.Control worden gemaakt. CCI.Control dient voor de documentatie en het opdrachtbeheer: ...
Pagina 76
Gegevensbeheer Dit is de aanbevolen bedrijfsmodus. Veldbewer- kingsregister CCI.Control voert de uitwisseling van opdracht- en procesgegevens uit tussen boerderijcomputer, terminal en machine. Voor de uitwisseling van data wordt het voor de ISOBUS gedefinieerde ISO-XML-formaat ge- bruikt. Dit kan vanuit het veldbewerkingsregister aan de betreffende softwarefirma's beschikbaar worden gesteld of door hen worden ver- werkt.
Kaartaanzicht 10 Kaartaanzicht CCI.Command is het gedetailleerde kaartaanzicht voor de toepassing van Section Control en Rate Control. Section Control schakelt met behulp van GPS de deelbreedtes van een Section Control ISOBUS-machine bij passeren van veldgrenzen en reeds behandelde op- pervlakken automatisch uit en bij verlaten weer in. Eventuele overlap- pingen (dubbele behandelingen) worden hiermee tot een minimum ge- reduceerd en de bestuurder wordt ontlast.
Probleemoplossing 11 Probleemoplossing Waarschuwing - handelwijze bij technische weigering De voortzetting van de werkprocedure bij technische mankementen kan tot schade aan de terminal of aan de machine leiden! 1. Breek de werkprocedure af. 2. Zoek in dit hoofdstuk van de gebruiksaanwijzing naar een oplossing. 3.
Pagina 80
Probleemoplossing Bij sommige storingscodes kunt u proberen het probleem ter plaatse op te lossen. Deze storingscodes vindt u in de volgende tabel. Bij alle ande- re storingscodes moet de terminal worden opgestuurd: Aantal knippertekens Oorzaak/Oplossing De in de terminal gemeten temperatuur overschrijdt 95 °C. Wellicht is de temperatuursensor defect.
Probleemoplossing 11.1 Problemen bij gebruik In dit hoofdstuk worden problemen behandeld die bij gebruik van de terminal kunnen optreden. Voor elk probleem wordt een advies voor de oplossing gegeven. Als u het probleem met behulp van het advies niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw leverancier.
Probleemoplossing 11.2 Meldingen De terminal geeft door middel van storingsmeldingen een foutieve be- diening aan. Elke storingsmelding wordt door een eenduidig storings- nummer aangeduid.
Probleemoplossing Fout- Meldingstekst / oplossing nummer 32000 Koppel alle aangesloten machines los van de terminal, alvorens u de fabrieks- instellingen herstelt. Controleer na afsluiting van de procedure alle instellingen. Doorgaan? Geen storing maar een veiligheidsaanwijzing. Volg de aanwijzingen. 33033 De export van de licentiegegevens is mislukt. 1. Controleer of er een USB-stick is aangesloten.
Pagina 84
Opmerking: De UT waarmee u de extra AUX-bedieningseenheid wilt bedienen moet UT-nummer 1 hebben. De storingsmelding verschijnt als twee UT's hetzelfde UT-nummer hebben. Wijzig het UT-nummer van de UT op de CCI 1200 of op de andere ISOBUS- terminal. 51003 De opdrachtgegevens konden niet worden geïmporteerd.
Pagina 85
Probleemoplossing 51013 De opdrachtgegevens konden niet worden geëxporteerd. Heeft u de USB-stick verwijderd voordat de actie is afgesloten? Herhaal de procedure en laat de USB-stick aangesloten tot de procedure is afgesloten. 52010 Section Control: De automatische modus is gedeactiveerd. De GPS-kwaliteit is niet afdoende.
Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Bedieningspaneel De op de display weergegeven waarden en bedie- ningselementen vormen tezamen het bedieningspan- eel. Met het touchscreen kunnen de weergegeven elementen rechtstreeks geselecteerd worden. Booleaanse waarde Een waarde waarbij alleen tussen waar/onwaar, aan/uit, ja/nee, etc. geselecteerd kan worden. Menuknop (de knop met Navigatie-element van de grafische gebruikersinter- drie horizontale strepen)
Pagina 88
Verklarende woordenlijst ISOBUS Shortcut Button (ISOBUS sneltoets) Met de ISB kunnen functies van een machine worden gedeactiveerd die via een ISOBUS-terminal zijn geac- tiveerd. Dit is nodig als de machinebediening op de terminal zich al in Standard-View bevindt. Welke functie een ISB precies op een machine kan deactiveren is zeer verschillend.
Pagina 89
Verklarende woordenlijst tenbestrijdingsmiddel of oogst. Radarsensor Geeft proportioneel aan het afgelegde traject een be- paald aantal elektrische impulsen uit. Zo kan de daadwerkelijke sliploze snelheid, de radarsnelheid, worden berekend. U moet er rekening mee houden dat radarsensoren, afhankelijk van het terrein, bijv. hoog gras of plassen, in sommige situaties onnauwkeurige snelheidswaarden kunnen opleveren.
Pagina 90
Verklarende woordenlijst Deelkavelspecifieke be- Satellietgestuurde toepassing van een applicatiekaart. werking Terminal De CCI 1200 terminal Touchscreen Touchscreen waarmee het mogelijk is de terminal te bedienen. Universal Serial Bus: Serieel bussysteem ter verbinding van de terminal met een opslagmedium. De Universal Terminal is de mens-machine-interface van de ISOBUS.
Afvoeren 13 Afvoeren Voer een defecte of buiten bedrijf gestelde terminal milieuvriendelijk af: Voer de machineonderdelen milieuvriendelijk af. Neem de lokale voorschriften in acht. Voer kunststoffen af via het normale huisvuil of volgens de plaatselijke Kunststoffen voorschriften. Geef metaal af bij metaalrecycling. Metaal Geef de elektronicaprintplaten van de terminal bij een gespecialiseerd Elektroni-...
B. Interfaces Let op! Schakel de terminal uit alvorens u de stekkeraansluiting A, B, of C aansluit of losmaakt. Let op! Alle stekkeraansluitingen op de terminal zijn mechanisch tegen verkeerde polariteit en verwisseling beveiligd. Controleer of stekker en bus dezelfde codering hebben. ...
Pagina 95
Connector A Stekkertype Duits, DT, 12-polig, A-gecodeerd CAN1 CAN2 ECU-Power Voedingsspanning Gebruik ISOBUS, geschakelde ECU-voeding Signaal Commentaar V+ in Voedingsspanning, 12VDC of 24VDC ECU Power enable Geschakelde ECU-voedingsspanning Power enable Geschakelde voedingsspanning CAN_H CAN1 High CAN_L CAN1 Low CAN_GND CAN 1 massa...
Pagina 96
Connector B Stekkertype Duits, DT, 12-polig, B-gecodeerd RS232 ISO 11786 Gebruik Signaalconnector, GPS/LH5000/ADS/TUVR Signaal Commentaar V+ out 12VDC of 24VDC ISO 11786, Ground based speed Radarsensor ISO 11786, Wheel based speed Wielsensor ISO 11786, PTO speed Aftakas-toerental ISO 11786, In/out of work Werkstand ISO 11786, Linkage position Hijswerkpositie...
Pagina 97
Connector C Stekkertype Duits, DT, 12-polig, C-gecodeerd RS232 RS485 Video Gebruik Camera, Video-Miniplexer, Video- Multiplexer, GPS/LH5000/ADS/TUVR Signaal Commentaar V+ out Voedingsspanning camera Video IN Video GND Massa RS485B RS485A V+ out Voedingsspanning Video-Miniplexer of Video-Multiplexer RS232, V+ out Voedingsspanning RS232 RS232 TxD RS232-2...
Pagina 98
Connector 3 en 4 Stekkertype M12, 5-polig, A-gecodeerd USB 2.0 Signaal Commentaar Voedingsspanning Data – Data + Massa Massa Connector Eth Stekkertype M12, 8-polig, X-gecodeerd Ethernet Gebruik Signaal Commentaar TR0+ TR0- TR1+ TR1- TR3+ TR3- TR2+ TR2-...