4.3.1
Tractor aanmaken
4.3.2
Tractor bewerken
Om een tractor aan te maken gaat u als volgt te werk:
1. Druk op het touchscreen op de knop "Tractor aanmaken" (F10).
De detailweergave van een nieuwe tractor verschijnt.
2. Selecteer in de detailweergave één voor één alle tabbladen. Druk hiervoor op
het touchscreen op de pictogrammen van het tabblad of wissel met de
knoppen "Naar links" (F8) en "Naar rechts" (F2) tussen de tabbladen.
3. Voer de nieuwe waarden in en stelt de nieuwe instellingen in.
Welke bedieningsmogelijkheden u op de afzonderlijke tabbladen aantreft, vindt
u in hoofdstuk 4.3.3.
Opmerking
In de leveringstoestand bevindt zich reeds een tractor zonder naam met eigen
standaardinstellingen in de lijst. Verander de instellingen (vgl. hoofdstuk 4.3.3.)
Om een opgeslagen tractor te bewerken gaat u als volgt te werk:
1.
Selecteer in het tractormenu de tractor waarvan de gegevens moeten
worden gewijzigd. Druk hiervoor op het touchscreen op de knop met de
naam van de tractor of draai aan het scrollwiel, tot de tractor wit gemarkeerd
is en druk vervolgens op het scrollwiel.
Als de tractor is gemarkeerd kunt u ook op de knop "OK" (F6) drukken.
Het contextmenu wordt geopend:
2.
Druk op het touchscreen op de knop "Bewerken" of draai aan het scrollwiel,
tot de knop wit gemarkeerd is en druk vervolgens op het scrollwiel.
De detailweergave van de tractor verschijnt.
3.
Selecteer in de detailweergave het tabblad, waarin u iets wilt wijzigen. Druk
hiervoor op het touchscreen op het pictogram van het tabblad of wissel met
de knoppen "Naar links" (F8) en "Naar rechts" (F2) tussen de tabbladen.
4.
Voer de nieuwe waarde in en stelt de nieuwe instelling in.
Welke bedieningsmogelijkheden u op de afzonderlijke tabbladen aantreft,
vindt u in hoofdstuk 4.3.3.
Bediening
15