Ingebruikname
3.4 Bedrijfsmodi
3.4.1
Stand-alone-modus:
3.4.2
Aanbevolen bedrijfsmodus met GPS-ontvanger, ISOBUS-machine en veldbewerkingsregister
Pos : 9 /CC-Isobus/Bedienung @ 8\mod_1273573299873_6.doc @ 120150 @ 122333323323333442222
12
Om CCI.Control in gebruik te nemen gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de terminal in.
2. Start CCI.Control.
3. Maak een nieuwe opdracht aan (vgl. hoofdstuk 4.3.2.1).
4. Start de opdracht (vgl. hoofdstuk 4.3.3.1).
5. Beëindig de opdracht nadat deze is voltooid (vgl. hoofdstuk 4.3.3.1).
6. Print eventueel het opdrachtrapport.
Om CCI.Control in gebruik te nemen gaat u als volgt te werk:
1. Plan uw opdrachten met een veldbewerkingsregister.
2. Exporteer de opdrachtgegevens als ISO-XML op een USB-stick.
3. Sluit een ISOBUS-apparaat aan op de tractor.
4. Sluit de GPS-ontvanger aan op de tractor.
5. Schakel de terminal in.
6. Sluit de USB-stick aan op de terminal.
7. Start CCI.Control (vgl. hoofdstuk 4.2).
8. Importeer de opdrachtgegevens (vgl. hoofdstuk 4.4).
9. Selecteer de gewenste opdracht (vgl. hoofdstuk 4.3.2.2).
10. Start de opdracht (vgl. hoofdstuk 4.3.3.1).
11. Beëindig de opdracht nadat deze is voltooid (vgl. hoofdstuk 4.3.3.1).
12. Print eventueel het opdrachtrapport.
13. Exporteer de opdrachtgegevens naar de USB-stick (vgl. hoofdtuk 4.5).
14. Importeer de verzamelde gegevens in het veldbewerkingsregister en evalueer
deze.