5. FOUTEN OPSPOREN
De foutweergaven verschijnen eventueel bij geopende
klep en schakelaar(s) in stand i (zie paragraaf 3.7.6).
Wanneer een fout bij een stilstaand display korter dan ca.
1 minuut wordt weergegeven, gaat het daarbij niet om
een fout, maar om de vooraf opgegeven reactietijd tot de
gegevens worden overgenomen.
Met uitzondering van BM 1 worden ontbrekende busdeel-
nemers alleen vermeld wanneer deze zich eerder na het
inschakelen van de voedingsspanning bij de TF 20 heb-
ben gemeld. Deze meldingen blijven bewaard tot de voe-
dingsspanning onderbroken wordt.
Weergave
Indication
Busmodule Y
ontbreekt
N
MANQUE
MODUL.BUS
F
Y
Fout XY
N
ERREUR XY
F
VSM ontbreekt
N
MANQUE MCC
F
VSM fout X
N
ERREUR X
F
MCC
VMM
ontbreekt
N
MANQUE
MMC
F
Oorzaak
Cause
Busmodule in ketel Y meldt
zich niet meer.
Le module de bus dans la
chaudière Y n'est plus dé-
tecté.
Fout XY in de ketels.
Erreur XY dans la chaudière.
Module HSM meldt zich niet
meer.
Codeerschakelaar op HSM
onder spanning gedraaid.
Le module HSM n'est plus
détecté.
Commutateur de codage sur
HSM tourné sous tension.
Module HSM meldt fout X (=
LED-weergave van HSM
knippert X keer).
Le module HSM signale une
erreur X (=affichage LED sur
le HSM clignote X fois).
Module HMM voor bijbe-
horend verwarmingscircuit (1
tot 10) meldt zich niet meer.
Codeerschakelaar op HSM
onder spanning gedraaid.
Le module HMM pour le cir-
cuit de chauffage attribué (1
à 10) n'est plus détecté.
Commutateur de codage sur
le module HMM tourné sous
tension.
5. DEPANNAGE
Les messages d'erreur sont affichés, le cas échéant, lors-
que le capot est ouvert et que le bouton de réglage (n) est
mis en position i (voir paragraphe 3.7.6).
Lorsqu'une erreur est affichée pour une durée inférieure à
1 minute env., il ne s'agit pas d'une erreur mais du temps
de réaction prédéterminé jusqu'à ce que les données
soient reprises.
A l'exception du BM 1, les composants du bus faisant
défaut ne seront indiqués que s'ils se sont présentés
auprès du TF 20 une fois mis sous tension d'alimentation.
Les messages restent conservés jusqu'à ce que la
tension d'alimentation soit interrompue.
Oplossing
Remède
Controleer of de hoofdschakelaar van ketel Y ingescha-
keld is.
Controleer de bedrading en hef de onderbreking indien
nodig op.
Contrôler si l'interrupteur principal de la chaudière Y est
actionné.
Contrôler le câblage et, le cas échéant, rétablir la
liaison.
Controleer de weergave van de ketel en verhelp de fout
volgens de bijbehorende documentatie
Contrôler l'affichage de la chaudière et éliminer l'erreur
conformément à la documentation correspondante.
Controleer of voedingsspanning op de HSM aanwezig
is.
Controleer de bedrading en hef de onderbreking indien
nodig op.
Onderbreek de voedingsspanning van de hele installatie
kort.
Contrôler si la tension d'alimentation est appliquée au
HSM.
Contrôler le câblage et, le cas échéant, rétablir la
liaison.
Interrompre brièvement la tension d'alimentation de
l'ensemble de l'installation.
Zie installatie- en bedieningshandleiding van de HSM.
Voir instructions d'installation et d'utilisation du HSM.
Controleer of voedingsspanning op de HMM aanwezig
is.
Controleer de bedrading en hef de onderbreking indien
nodig op.
Onderbreek de voedingsspanning van de hele installatie
kort.
Contrôler si la tension d'alimentation est appliquée au
HMM. Contrôler le câblage et, le cas échéant, rétablir
la liaison.
Interrompre brièvement la tension d'alimentation de
l'ensemble de l'installation.
27