4. ALGEMENE OPMERKINGEN
... en tips om energie te besparen:
Bij de weersafhankelijke regeling wordt de aanvoer-
temperatuur geregeld overeenkomstig de ingesteld
verwarmingscurve.
ratuur, hoe hoger de aanvoertemperatuur.
Om energie te besparen: stel de verwarmingscurven
van de bijbehorende verwarmingscircuits zo laag mo-
gelijk in overeenkomstig de isolatie van het gebouw
en de omstandigheden van de installatie (zie
paragraaf
3.7.9),
''Spaarfunctie''
ook
verwarmingscurve snel warm worden.
snelopwarming in (zie blz. 17).
Vloerverwarming bij gemengd verwarmingscircuit:
stel de maximumtemperatuur (zie ''Begrenzing van de
maximale temperatuur voor gemengd verwarmings-
circuit (Max. temp +/-)'' op blz. 23) niet hoger in dan
de door de fabrikant geadviseerde maximale aan-
voertemperatuur (bijvoorbeeld 60°C).
Energie besparen bij een goed geïsoleerd gebouw:
zet de spaartemperatuur op
kom sterke afkoeling van de ruimten (TF 20 of RF 1
op een geschikte plaats). Ruimteafhankelijke spaar-
functie (paragraaf 3.7.8).
Stel in alle ruimten de thermostaatkranen zo in dat de
gewenste kamertemperatuur ook kan worden bereikt.
Verhoog de verwarmingstemperatuur op de TF 20
pas wanneer de temperatuur na lange tijd niet bereikt
wordt (paragraaf 3.3).
Veel energie kunt u besparen door het verlagen van
de kamertemperatuur overdag of 's nachts. Het ver-
lagen van de kamertemperatuur met 1 K (°C) leidt tot
een energiebesparing van soms 5 %.
Het is niet zinvol de kamertemperatuur van dagelijks
verwarmde ruimten te laten dalen beneden +15 °C.
De afgekoelde muren geven dan koude af, de
kamertemperatuur wordt verhoogd en zo wordt meer
energie verbruikt dan bij een gelijkmatige warmte-
aanvoer.
Goede warmte-isolatie van het gebouw.
stelde spaartemperatuur wordt niet bereikt.
wordt energie bespaard omdat de verwarming uitge-
schakeld blijft. Stel het begintijdstip van de spaar-
functie vroeger in.
Laat bij het luchten het venster niet op een kier staan.
Daarbij wordt voortdurend warmte aan de ruimte ont-
trokken zonder dat de kamerlucht noemenswaardig
wordt verbeterd.
Het is beter om kort, maar intensief te luchten (raam
geheel openen).
Draai tijdens het luchten de thermostaatkraan dicht of
schakel op de TF 20 de ''Spaarfunctie'' in.
Hoe kouder de buitentempe-
zodat
de
ruimten
bij
een
laag
ingestelde
Schakel de
(paragraaf 3.4). Voor-
De inge-
4 REMARQUES GENERALES
... et conseils pour économiser de l'énergie:
Dans une régulation climatique, la température de
départ est réglée en fonction de la courbe de chauffe
déterminée: plus la température extérieure est basse,
plus la température de départ est haute.
Pour économiser de l'énergie:
l'isolation thermique du bâtiment et des conditions
d'installation, régler la courbe de chauffe sur la
position la plus basse possible (voir paragraphe 3.7.9),
na
de
de sorte que les pièces se réchauffent rapidement
après le mode ''Service économique'' même lorsque la
courbe de chauffe est réglée sur une position basse:
mettre en marche le chauffage rapide (voir page 17).
Chauffage par le sol avec circuit de chauffage
mélangé: ne pas dépasser la température maximale
recommandée par le fabricant comme température de
départ maximale (p. ex. 60°C) (voir ''Limitation de la
température maximale pour le circuit de chauffage
mélangé (TEMP.MEL.MAX +/-)'' page 23).
Economiser de l'énergie dans un bâtiment disposant
d'une
bonne
température économique sur la position
paragraphe 3.4).
important des pièces (thermostat TF 20 ou RF 1 à un
endroit approprié): mode de service économique à
réglage par pièce (voir paragraphe 3.7.8).
Dans toutes les pièces, ouvrir les vannes thermostati-
ques de sorte que la température ambiante souhaitée
puisse effectivement être atteinte. Seulement si, au
bout d'un certain temps, la température n'est pas at-
teinte, augmenter la température de chauffage sur le
TF 20 (voir paragraphe 3.3).
Un abaissement de la température ambiante diurne ou
nocturne permet d'économiser beaucoup d'énergie.
L'abaissement de la température ambiante d'un seul
degré (°C) peut se traduire par une économie
d'énergie pouvant aller jusqu'à 5%.
Cependant, il n'est pas recommandé de laisser la tem-
pérature ambiante des pièces chauffées tous les jours
descendre en dessous de +15 °C, car des murs trop
refroidis continuent à répandre du froid dans la pièce
et on a tendance à choisir une température ambiante
trop élevée ce qui se traduit par une consommation en
énergie plus élevée que dans le cas d'un apport de
chaleur régulier.
Bonne
isolation
Toch
température
atteinte. Pourtant on économise de l'énergie puisque
le chauffage est arrêté. Choisir plutôt l'heure de la
mise en route du mode de service économique.
Pour aérer les pièces, ne pas laisser les fenêtres en
position basculée. La pièce perd de manière perma-
nente de la chaleur sans que l'air s'en trouve amélioré
pour autant.
Mieux vaut aérer brièvement mais intensément (fenê-
tres grandes ouvertes).
Fermer les vannes thermostatiques durant l'aération
ou choisir ''Service économique'' sur le TF 20.
26
en fonction de
isolation
thermique:
Eviter un refroidissement trop
thermique
du
économique
déterminée
mettre
la
(voir
bâtiment:
la
n'est
pas