Veiligheid
SM
V3
6
Veiligheid
6.1 Persoonlijke veiligheidsmaatregelen
●
Het toestel en alle toegevoegde
apparatuur dat in/op het toestel is
gemonteerd, mag uitsluitend door
gemachtigde en gekwalificeerde
personen worden bediend.
6.2 Beschermende uitrusting
De beschermende uitrusting bestaat volgens de
veiligheidstechnische eisen uit:
6.3 Algemeen
●
Het vacuüm-hefapparaat (SM) moet voor elk gebruik op functioneren en staat gecontroleerd
worden.
●
Onderhoud, smering en opheffen van storingen mogen alleen bij stilstaand apparaat
!
plaatsvinden!
●
Bij defecten die de veiligheid betreffen mag het apparaat pas nadat alle defecten
zijn verholpen weer gebruikt worden.
●
Bij scheuren aan dragende delen moet het apparaat direct uit de circulatie gehaald
worden.
●
De handleiding voor het apparaat moet op de plaats van gebruik te allen tijde ter inzage liggen.
●
Het op het apparaat aangebrachte typeplaatje mag niet verwijderd worden.
●
Onleesbare aanwijzingsplaatjes moeten vervangen worden.
●
Elke bediener moet de handleiding met
!
de veiligheidsvoorschriften van het
toestel gelezen en begrepen hebben.
●
Beschermende kleding
●
Veiligheidshandschoenen
●
Veiligheidsschoenen
27/01/10
13 / 24
! 1 1 1