NL
BE
1¼"-slangaansluiting
De adapter op 1¼"-slangaansluiting
(20) is voor optionele montage aan de
wateringang (14). In plaats van de terugs-
lagklep (19) wordt de adapter naar de
1¼"-slangaansluiting (20) gemonteerd.
Het maximale debiet wordt bereikt met de
adapter naar 1¼"-slangaansluiting en maxi-
male instellingen (zie „Wijzigen van de in- en
uitschakeldruk (alleen vakkundig personeel).
Pomp vullen
De regenwaterpomp moet voor elk gebruik
met water worden gevuld. Opgelet: Laat
de pomp nooit drooglopen! Gevaar voor
oververhitting!
Raak een oververhitte pomp nooit aan! Er
bestaat een risico op brandwonden!
Let er bij het inschakelen van de pomp op
dat de pomp en de aanzuigslang volledig
met water zijn gevuld, om het drooglopen
van de pomp te voorkomen. Drooglopen
beschadigt het apparaat.
• Open het filterdeksel (1) van de regen-
waterpomp met behulp van de speciale
sleutel (18) .
• Vul de pomp tot aan de rand met water.
• Schroef het filterdeksel weer vast met
behulp van de speciale sleutel.
Controles voor gebruik
• Controleer of de elektrische aansluiting
230 V ~ 50 Hz bedraagt.
• Controleer of het stopcontact zich
in goede toestand bevindt en of het
voldoende gezekerd is (minstens 10 A).
• Controleer of er geen vocht of water
aan het netsnoer kan komen. Er bestaat
een risico op een elektrische schok.
44
• Opnieuw in bedrijf stellen na
opslag: Het drukreservoir (7) moet in
nog niet gebruikte toestand onder een
luchtdruk van 0,15 MPa (1,5 bar) sta-
an. Controleer de luchtdruk voordat u
het apparaat opnieuw in gebruik stelt.
De luchtdruk kan alleen met een exter-
ne drukmeter, bijv. met een banden-
pomp of manometer, worden gecon-
troleerd. De ingebouwde drukindicator
(11) toont uitsluitend de waterdruk.
Regel de luchtdruk in het drukreservoir
(7) door de veiligheidskap van het
luchtventiel (16) te verwijderen en lucht
via het luchtventiel (17) in of uit het
luchtreservoir te laten.
Het apparaat opstarten
• Sluit het netsnoer (9) aan op de
netstroom.
• Schakel het apparaat in met de aan-/
uitschakelaar (15).
• Wanneer water wordt onttrokken, daalt
de druk in het drukreservoir (7), zodat
de automatische schakelaar (12) wordt
geactiveerd en de pomp wordt inge-
schakeld. Als de wateronttrekking stopt,
stijgt de druk in het drukreservoir en
schakelt de automatische schakelaar de
pomp automatisch weert uit.
Reiniging en opslag
Reinig en controleer het filter (2) regelma-
tig. Dit zorgt voor een betere werking en
een langere levensduur.
Laat werkzaamheden die niet in
deze gebruiksaanwijzing zijn
beschreven, uitvoeren door ons
servicecenter. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.