Naslaghandleiding
00809-0211-4728
Belastingsbegrenzing
De vereiste spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter bedraagt 12 tot
42,4 V d.c. (de voedingsaansluitingen hebben een nominale belastbaarheid van 42,4 V
d.c.). Om beschadiging van de transmitter te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de
klemspanning tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet tot onder 12,0 V d.c.
daalt.
4.3.3
DDDe transmitter aarden
Sensorafscherming
De stroom in de draden veroorzaakt door elektromagnetische interferentie kan worden
gereduceerd door afscherming. De afscherming draagt de stroom naar de aarde en weg
van de draden en elektronica. Als de uiteinden van de afschermingen goed geaard zijn,
komt er slechts een kleine hoeveelheid stroom daadwerkelijk in de transmitter. Als de
uiteinden van de afscherming niet-geaard worden gelaten, wordt er spanning gevormd
tussen de afscherming en de transmitterbehuizing en ook tussen de afscherming en
de aarde aan de elementzijde. Het kan zijn dat de transmitter niet die spanning kan
compenseren, waardoor de communicatie verloren gaat en/of het een alarm geeft. In
plaats dat de afscherming de stroom weg voert van de transmitter, stroomt de stroom nu
door de sensordraden naar het transmittercircuit, waar het een belemmering vormt voor
de werking van het circuit.
www.Emerson.com
Figuur 4-4: De transmitter inschakelen voor werkbankconfiguratie
Kopmontage en veldmontage
C
A
A. Veldcommunicator
B. Voeding
C. 248 Ω ≤ RL ≤ 1100 Ω
D. Recorder (optioneel)
E. Ampèremeter (optioneel)
Opmerking
•
Signaalkring kan op elk punt worden geaard of niet-geaard worden gelaten.
•
Een Veldcommunicator kan op elk afsluitpunt in de signaalkring worden
aangesloten. Voor communicatie moet de signaalkring tussen de 250 en 1100
Ohm worden belast.
•
Maximaal aanhaalmoment is 6 in-lb (0/7 N-m).
D
E
B
Elektrische installatie
Januari 2023
Railmontage
D
C
_
+
_
E
+
_
+
B
A
+
_
75