Inhoudsopgave
Advertenties
Naslaghandleiding
00809-0211-4728
2.5.2
Configuratie verifiëren met behulp van de AMS Device
Manager
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op het instrument en selecteer Configuration
2. Navigeer in de tabbladen om de configuratiegegevens van de transmitter te
2.5.3
Configuratie verifiëren met behulp van de LOI
Procedure
1. Druk op een willekeurige configuratieknop om de LOI te activeren.
2. Selecteren VIEW CONFIG (CONFIG BEKIJKEN) om de onderstaande parameters te
3. Gebruik de configuratieknoppen om door het menu te navigeren.
2.5.4
Transmitteruitgang controleren
Controleer de digitale uitgangsparameters van de transmitter voordat u andere online
werkzaamheden van de transmitter uitvoert om er zeker van te zijn dat de transmitter
goed werkt en is geconfigureerd voor de juiste procesvariabelen.
Controleren of instellen van procesvariabelen
Het menu "Process Variables" (procesvariabelen) geeft procesvariabelen weer, inclusief
sensortemperatuur, percentage bereik, analoge uitgang en temperatuur van aansluitklem.
Deze procesvariabelen worden voortdurend bijgewerkt. De standaard primaire variabele
is Sensor 1. De secundaire variabele is standaard de temperatuur van de transmitter-
aansluitklem.
Procesvariabelen controleren of instellen met behulp van de
veldcommunicator
Voer vanaf het HOME-scherm (beginscherm) de reeks sneltoetsen in.
Sneltoetsen gebruikersinterface
www.Emerson.com
Properties (configuratie-eigenschappen) in het menu.
bekijken.
controleren.
De parameters die vóór installatie moeten worden gecontroleerd, zijn onder andere:
•
Tag
•
Sensor configuration (sensorconfiguratie)
•
Units (eenheden)
•
Alarm and Saturation Levels (alarm- en verzadigingsniveaus)
•
Primary variable (Primaire variabele)
•
Range Values (bereikwaarden)
•
Damping (demping)
3, 2, 1
Configuratie
Januari 2023
19
Advertenties
Inhoudsopgave
