Configuratie
Januari 2023
Tijdens online configuratie wordt de transmitter aangesloten op een veldcommunicator.
Gegevens worden ingevoerd in het werkregister van de communicator en direct naar de
transmitter gestuurd.
Offline configuratie bestaat uit het opslaan van configuratiegegevens in een
veldcommunicator terwijl deze niet is aangesloten op een transmitter. Gegevens worden
opgeslagen in een niet-veranderlijk geheugen en kunnen op een later tijdstip naar de
transmitter wordt gedownload.
2.4.1
Configureren op de werkbank
Om op de werkbank te configureren, omvat de vereiste apparatuur een voeding, een
digitale multimeter (DMM) en Veldcommunicator, AMS Device Manager of een LOI – optie
M4.
Sluit de apparatuur aan zoals afgebeeld in
aan op elk afsluitpunt in de signaalkring. Om een succesvolle HART-communicatie
te garanderen, moet een weerstand van ten minste 250 Ohm aanwezig zijn tussen
de transmitter en de voeding. Sluit de draden van de Veldcommunicator aan op
de clips achter de voedingsaansluitingen (+,–) bovenop het instrument. Vermijd het
blootstellen van de transmitterelektronica aan de installatie-omgeving na installatie door
alle transmitterjumpers in te stellen tijdens de inbedrijfstellingsfase op de werkbank.
Figuur 2-1: De transmitter inschakelen voor werkbankconfiguratie
A. Veldcommunicator
B. Voeding
C. 248 Ω ≤ RL ≤ 1100 Ω
D. Recorder (optioneel)
E. Ampèremeter (optioneel)
Opmerking
•
Signaalkring kan op elk punt worden geaard of niet-geaard worden gelaten.
•
Een Veldcommunicator kan op elk afsluitpunt in de signaalkring worden aangesloten.
Voor communicatie moet de signaalkring tussen de 250 en 1100 Ohm worden belast.
•
Maximaal aanhaalmoment is 6 in-lb (0,7 N-m).
14
Kopmontage en veldmontage
C
E
B
A
Figuur
2-1. Sluit HART
D
Naslaghandleiding
00809-0211-4728
-communicatiedraden
®
Railmontage
D
C
+
_
E
+
_
+
B
A
www.Emerson.com
_
+
_