4 Druk op [MR] om de beginfrequentie op te slaan in de
geheugenplaats.
5 Draai de Afstemknop en kies de gewenste
eindfrequentie.
6 Druk op [F], [MR] en draai vervolgens de Afstemknop
en kies een geheugenplaats uit U0 t/m U2 dat
overeenkomt met het geheugenplaatsnummer gekozen
in stap 4.
•
7 Druk op [MR] om de eindfrequentie op te slaan in de
geheugenplaats.
Programma-Scannen Uitvoeren
1 Druk op [VFO].
2 Draai de Afstemknop en kies een frequentie binnen het
frequentiebereik van geheugenplaats L0/U0 t/m L2/U2.
3 Druk op [VFO] (1 s) om het Programma-Scannen te
beginnen.
4 Als u het Programma-Scannen wilt stoppen, drukt u op
[VFO] of [PTT].
Opmerkingen:
Als u op [MONI/SQL] drukt, wordt het Programma-Scannen
tijdelijk gepauzeerd. Laat [MONI/SQL] los om verder te gaan met
het scannen.
De transceiver stopt met scannen zodra een signaal wordt ontvangen.
Als meer in 2 of meer geheugenplaatsen een frequentiebereik
voor Programma-Scannen is opgeslagen en deze bereiken
elkaar gedeeltelijk overlappen, heeft het lagere geheugenplaats-
nummer voor Programma-Scannen voorrang.
N-62
Downloaded from:
Als u in stap 4 bijvoorbeeld geheugenplaats L0 hebt gekozen,
dient u voor de eindfrequentie geheugenplaats U0 te kiezen.
http://www.usersmanualguide.com/