1.
Verwijder de eindplaten en pakkingen.
a
a -
eindplaten (2)
2.
Maak de oliekoeler met een daarvoor geschikte borstel schoon.
3.
Spoel de kanalen door met zoet water.
4.
Controleer de pakkingen op verslechtering en vervang ze zo nodig.
5.
Installeer de pakkingen en eindplaten. Haal de schroeven stevig aan.
STUURBEKRACHTIGINGSKOELER
NB: De stuurbekrachtigingskoeler bevindt zich onder op de motor aan bakboord.
1.
Haal de klemmen van de waterslangen los en verwijder de slangen om de koeler te inspecteren en
schoon te maken.
BELANGRIJK: Als de olieslangen van de koeler moeten worden verwijderd, zorg dan dat u ze afsluit of
dichtstopt om te voorkomen dat het reservoir van de stuurbekrachtigingsvloeistof leegloopt.
a
a -
slangklemmen (2)
2.
Installeer de koeler op zijn plaats en draai de slangklemmen goed aan.
3.
Controleer het peil van de stuurbekrachtigingsvloeistof.
4.
Start de motor en controleer het koelsysteem op eventuele lekkage.
BRANDSTOFKOELER
NB: De brandstofkoeler bevindt zich onder op de motor aan stuurboord.
1.
Haal de klemmen van de waterslangen los en verwijder de waterslangen om de koeler te inspecteren
en schoon te maken.
nld
ONDERHOUD
75
a
8030
a
10518