NB: Draai het filter net ver genoeg los om het inwendige vacuüm op te heffen (circa 1/4 slag) en tap de olie uit
het filter af. Draai het filter dan rechtsom aan totdat de afdichting van het oliefilter de behuizing net raakt (circa
1/8 slag) om te voorkomen dat er olie lekt. Laat de olie 15 minuten lang terugstromen in het systeem voordat
u het filter verwijdert.
1.
Verwijder de peilstok nadat de motor op de normale bedrijfstemperatuur is gekomen.
2.
Plaats de carteroliepomp op de peilstokbuis.
3.
Leg het slanguiteinde van de carteroliepomp in een geschikte bak en pomp alle carterolie uit het
carter.
a -
carteroliepomp
b -
slang carteroliepomp
4.
Verwijder de carteroliepomp.
5.
Zet een bak onder het oliefilter.
6.
Haal het oliefilter van de adapter en gooi het oude oliefilter en de oude afdichtring weg.
ONDERHOUD
a
10449
a
56
a -
carteroliefilter
b
10460
nld