Inhoud
Carterolie-inhoud met nieuw filter
Tandwielkast drukvulcompressor
Gesloten koelsysteem
NXT¹ inhoud aandrijfeenheid
Olie-inhoud Six Drive Dry Sump-unit
Lagerhuis ingaande as spiegel (driveline-model)
Inhoud transmissievloeistof
Motorinloopperiode
BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter
presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de
inloopprocedures.
•
Laat de motor 30-60 seconden warmlopen.
•
Gebruik niet meer dan 3/4 van volgas.
•
Accelereer niet naar volgas vanuit stationair.
•
Wijzig de gasklepstand regelmatig.
•
Laat de motor meestal met een toerental van 3000 - 4500 omw/min draaien.
•
Controleer regelmatig het motoroliepeil. Voeg zo nodig olie toe. Een hoog olieverbruik tijdens de
inloopperiode is normaal.
Na de inloopperiode
Om de levensduur van uw motorinstallatie te verlengen, beveelt Mercury Marine het volgende aan:
•
Gebruik een schroef waarmee de motor met of net onder het maximale toerentalbereik kan draaien
(zie hoofdstuk Specificaties ) als u met volgas vaart met een normaal beladen boot.
•
Open de gasklep pas wanneer de motor regelmatig stationair draait en de watertemperatuur tot ten
minste 54 °C (130 °F) is gestegen. Vaar pas met volgas nadat de motorolietemperatuur op 60 °C
(140 °F) is gekomen.
•
Volg het onderhoudsschema in deze handleiding.
1.
Gebruik altijd een peilstok om de vereiste hoeveelheid olie vast te stellen.
nld
SPECIFICATIES
Unit
1.
5 uur Inloopprocedure
Na 5 uur inlopen
21
Inhoud
7,6 L (8,5 U.S. qts.)
177 ml (6 U.S. oz)
Circa 15 L (16 U.S. qts.)
4,0 L (4,25 U.S. qts.)
4,0 L (4,25 U.S. qts.)
0,47 L (0,5 U.S. qts.)
Circa 1,0 liter (1,1 U.S. qt.)