Bediening
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of 8-
Kanaals ingang wordt gebruikt, geen surround
functie kan worden gekozen daar de externe
processor dan de functie bepaalt. Bovendien ver-
schijnt er geen signaal op de opname uitgangen
en geen laagprocessing wanneer de 6-Kanaals of
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt en de
klankregeling en balans werken niet.
Instellingen en Gebruik
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager
dI op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting gK. Dit zal het
signaal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon
onderbreken, maar heeft geen invloed op een
lopende opname of kopiëren. Is het geluid van het
systeem uitgeschakeld, dan knippert
Display ˜. Druk nogmaals op Mute gK
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling
laag en de klankregeling hoog gebruiken het
geluid naar eigen smaak in te stellen of de kamer-
akoestiek te compenseren. Denk er aan dat deze
regelingen en de balans niet werken wanneer de
6/8 kanaals directe ingang gebruikt wordt.
• Om een 'rechte' frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit 8h zodat de indicatie
TONE OUT
tijdelijk in de display ˜ verschijnt. Om de
regeling weer in te schakelen drukt u nogmaals
op klankregeling in/uit 8 zodat
tijdelijk in de display ˜ verschijnt.
• Wanneer de klankregeling actief is kan de
hoeveelheid hoog en laag worden ingesteld
door eerst twee- of driemaal op
Klankregeling 8 op de voorzijde, dan wel
h op de afstandsbediening te drukken tot de
gewenste instelling (
BASS MODE
(hoog)) in de in-beeld dis-
TREBLE MODE
play en in de onderste regel van de Display
˜ verschijnt. Vervolgens gebruikt u
Navigatie E op de afstandsbediening of
7$ op het front om de instelling naar
‹
/
›
wens te veranderen. Het apparaat keert vijf
seconden na de verandering naar normaal
gebruik terug.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang 4 op het frontpaneel. Denk
er aan dat wanneer de hoofdtelefoon aan-
gesloten is de luidsprekers automatisch worden
uitgeschakeld en een tweekanaals stereosignaal
naar de hoofdtelefoon wordt gestuurd. In de
Onderster displayregel ˜ verschijnt
wat aangeeft dat het hoofdtele-
DOLBY:BP
foon op Bypass (passeren) staat en ter bevestig-
ing dat geen bewerking wordt toegepast.
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat
meerruimte geeft aan het luisteren met
hoofdtelefoon. Druk op Dolby Functie M of
op Surround Funtiegroep 5 om te kiezen
uit de drie Dolby Headphone functies.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR is de mogelijkheid een volledig meerkanaals
surround klankbeeld weer te geven van digitale
bronnen, analoge matrix gecodeerde programma's
en standaard stereo en zelfs mono programma's.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD's, films en TV-
programma's die het logo van een van de belan-
grijke surround processen dragen, Dolby
Surround bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in
in de
de Dolby Pro Logic II Movie (bij films) of Music
MUTE
(met muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van
surround gecodeerde programma's, met een
stereo links en rechts achter signaal, precies
zoals het was opgenomen. Zo zal geluid dat links
achter was opgenomen ook alleen daar gehoord
worden. Nadere details op pagina 38.
Wanneer geen achter luidsprekers worden
gebruikt dient de Dolby 3 functie bij alle sur-
round opnamen gebruikt te worden.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
'D.D. 2.0' nummers op DVD) die gecodeerd zijn
TONE IN
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals
surround worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 42).
(laag) of
Voor een breed en omringend geluid en duidelijke
bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u
Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of
het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor
⁄
/
¤
een dramatische verbetering vergeleken met Dolby
Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films
met surround geluid kunnen op elke analoge
wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-
TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor-
den er steeds meer TV-programma's, sportu-
itzendingen, hoorspelen en muziek-CD's
opgenomen met surround geluid. U kunt een
overzicht van deze programma's bekijken op het
web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music,
Dolby Pro Logic IIx Music, DTS NEO:6 Music of
Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende
surround weergave biedt, door gebruik te maken
van de natuurlijke surround informatie die in alle
stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma's zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oud-
ere 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma's raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep 5 tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie 9 om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby M,
DTS Surround N, DTS Neo:6 T, Logic 7
O, Stereo S of DSP Surround A. De
eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, verschi-
jnt de functie van die groep die actief is, dan wel
de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de Onderste
Displayregel ˜ en in-beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2 of
Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie A om de beschikbare functies te
doorlopen.
BEDIENING 41