ST O R I N G E N
Als de temperatuurregelaar in de ge-
wenste stand wordt gebracht, gaat de
ketel niet aan.
Water niet voldoende warm.
Overmatige rook komt uit de pijp.
Onvoldoende aanzuiging van reinigings-
middel.
Water lekt uit de kop.
Water in de olie.
G e b r uik v oor on d e r h oud e n / of r e p a r a t ie uit s l uit e n d or ig in e l e on d e r d e l e n d ie d e b e s t e k w a l it e it , b e t r ouw b a a r h e id e n
v e il ig h e id b ie d e n . A l s g e e n or ig in e l e on d e r d e l e n w or d e n g e b r uik t , is d e f a b r ik a n t v a n e l k e a a n s p r a k e l ij k h e id on t h e -
N e d e r l a n d s
O O R Z A K E N
Geen dieselolie.
Draairichting motor bij driefasemodellen
foutief.
Stand temperatuurregelaar.
Verstopte filters.
Spiraalbuis ketel verstopt met kalkaf-
zetting.
Incorrecte verbranding.
Brandstof bevat onreinheden of water.
Kraan gesloten.
Reinigingsmiddel op.
Verstopte spiraalbuis of slang.
Pakkingen versleten.
Overmatig vochtigheidspercentage in
de omgeving.
" I " w or d e n g e d r a a id . Z ie h e t b oe k j e " B e d ie n in g s p a n e e l " .
B E L A N G R I J K
v e n .
- 16 -
R E M E D I E S
Controleer het dieseloliepeil in het reser-
voir en controleer of er water aanwezig is
in het brandstofaanzuigcircuit.
Vraag om tussenkomst van het Service-
centrum.
Controleer.
Reinig of vervang.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Reinig de dieseloliefilters of vervang ze.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Ledig het reservoir en reinig het zorgvul-
dig. Reinig de dieseloliefilters.
Open de kraan.
Vul het reinigingsmiddelreservoir.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Vervang de olie.