BEDIENING
Voor de eerste inbedrijfstelling
•
Verwijder alle verpakkingselementen,
met name de elementen die de oven-
ruimte tijdens het transport hebben be-
schermd.
•
Verwijder alle accessoires uit de oven-
ruimte en maak ze zorgvuldig schoon in
warm water met een mild afwasmiddel.
•
Trek de beschermfolie van de tele-
scoopgeleiders.
•
Maak de binnenkant van de ovenruimte
schoon met warm water en een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen har-
de borsteltjes of sponsjes. Zij kunnen
de coating op de binnenkant van de
ovenruimte beschadigen.
Bedieningspaneel
De hoofdschakelaar
rechterkant van de display. De hoofdschake-
laar wordt geactiveerd door het glas op de
plaats van de tiptoets (aangeduid met een
pictogram) aan te raken. U hoort het geluids-
signaal dat in het menu is geselecteerd. (Zie
hoofdstuk: Elektronisch bedieningspaneel).
Houd de oppervlakte van de sensors
schoon.
bevindt zich aan de
Inbranden van de ovenruimte
•
Schakel de ventilatie in de ruimte in of
zet het raam open.
•
Draai aan de functiedraaiknop en stel
de positie
de beschrijving van deze functies vindt
u verderop in deze gebruiksaanwijzing).
Draai aan de draaiknop voor temperatuur-
regeling van de oven en stel de temperatuur
in op 250
C. De oven moet minimaal 30
O
minuten werken. Tijdens de werking ruikt u
een geur die alleen aan het begin optreedt.
Tijdens het gebruik van het apparaat ver-
dwijnt deze geur weer. Dit is een normaal
verschijnsel dat inbranden van de ovenruim-
te wordt genoemd.
114
of
in (een gedetailleer-