7.2.10 Het geluid dempen
Om het geluid te dempen, drukt u op de toets
(54). Om de demping op te heffen, drukt u opnieuw
op de toets.
7.2.11 Een eigen reeks tracks programmeren
Als van een gegevensdrager alleen geselecteerde
tracks moeten worden gespeeld, kunt u een eigen
reeks tracks programmeren.
1) Om naar de programmeermodus te schakelen,
drukt u op de toets PROG (50). Op het display
verschijnt het displaybericht PROGRAM (C).
2) Programmeer de eerste track voor de reeks
tracks:
— bij gewone audio-cdʼs:
Met de cijfertoetsen (47) selecteert u de ge-
wenste track en bevestigt u de selectie met de
toets ENTER (55). Op het display verschijnt het
tracknummer en het bijbehorende geheugen-
plaatsnummer, b.v. als u track nr. 8 hebt gese-
lecteerd als eerste track voor de reeks tracks:
— Bij gegevensdragers met gecomprimeerde
audiobestanden:
Selecteer met de cijfertoetsen (47) de map
waarin de betreffende track zich bevindt, en
bevestig de selectie met de toets ENTER (55).
Selecteer dan met de cijfertoetsen de track en
bevestig de selectie met de toets ENTER. Op
het display verschijnt het mapnummer, het
tracknummer en het overeenkomstige geheu-
genplaatsnummer, b.v. als u track nr. 8 uit
map nr. 2 hebt geselecteerd als eerste track
voor de reeks tracks:
3) Herhaal de procedure voor alle andere tracks tot
de totale reeks tracks is geprogrammeerd. U kunt
el número de memoria correspondiente, p. ej.
si la pista número 8 se ha seleccionado como
la primera pista de la secuencia:
— Para porta-datos con archivos de audio com-
primidos:
Seleccione la carpeta que contiene la pista
que desea con los botones numéricos (47) y
confirme con ENTER (55). A continuación
seleccione la pista con los botones numéricos
y confirme con ENTER. En el visualizador se
muestra el número de carpeta, el número de
pista y el número de memoria correspon-
diente, p. ej. si la pista número 8 de la carpeta
número 2 se ha seleccionado como la primera
pista de la secuencia:
3) Repita el procedimiento para las demás pistas
hasta que se haya programado toda la secuen-
cia. Pueden programarse un máximo de 20 pis-
tas (la memoria número 20 ya no se indica).
4) Para empezar la secuencia de pistas, pulse el
botón PLAY/PAUSE (43) del lector CD o el botón
(43) del control remoto. Desaparecerá la
inserción PROGRAM. Cuando se reproduce la
secuencia de pistas, en el visualizador se indica
MEMORY (D).
5) Mediante los botones F.WD/REV (42) del lector
CD o
/
(42) del control remoto, se
seleccionan las pistas de la secuencia.
Active la función de avance/retroceso rápido
en la pista con los botones FB/F.F (41) en el lec-
tor CD o
/
(41) en el control remoto.
6) El botón REP (52) activa las siguientes funciones
de repetición (
apartado 7.2.7):
Botón pulsado por 1ª vez: "REPEAT ALL"
max. 20 tracks programmeren (het geheugen-
plaatsnummer 20 wordt niet meer weergegeven).
4) Om de reeks tracks te starten, drukt u op de toets
PLAY/PAUSE (43) op de cd-speler resp. de toets
(43) op de afstandsbediening. De melding
PROGRAM verdwijnt van het display. Bij het
afspelen
van
de
reeks
MEMORY (D) op het display.
5) Met de toetsen F.WD/REV (42) op de cd-speler
resp.
/
(42) op de afstandsbediening
kunt u de tracks van de reeks tracks selecteren.
Met de toetsen FB/F.F (41) op de cd-speler
resp.
/
(41) op de afstandsbediening
kunt u binnen een track de functie snel voor-
uit/achteruit zoeken activeren.
6) Met de toets REP (52) kunt u de volgende herha-
lingsfuncties inschakelen (
hoofdstuk 7.2.7):
1ste keer drukken op de toets: "REPEAT ALL"
2de keer drukken op de toets: "REPEAT 1"
3de keer drukken op de toets: herhaling uitge-
schakeld
7) Na het afspelen van de reeks tracks of als u
tweemaal op de toets STOP/EJ (44) op de cd-
speler resp. op de toets I (53) op de afstands-
bediening drukt, schakelt het apparaat naar de
stopmodus.
8) Als de tracks opnieuw in normale volgorde moe-
ten worden weergegeven, drukt u op de toets
PLAY/PAUSE resp.
. De geprogrammeerde
reeks tracks blijft opgeslagen, weergegeven door
de melding MEMORY op het display (bij gege-
vensdragers met gecomprimeerde audiobestan-
den wordt MEMORY echter alleen tijdens het
afspelen van de reeks tracks weergegeven).
Wenst u de reeks tracks opnieuw af te spelen,
druk dan eerst op de toets PROG; start vervol-
gens de reeks tracks met de toets PLAY/PAUSE
resp.
.
9) Om de reeks tracks te wissen, drukt u tweemaal
op de toets PROG.
Botón pulsado por 2ª vez: "REPEAT 1"
Botón pulsado por 3ª vez: Repetición desactivada
7) Después de reproducir la secuencia de pistas o
cuando se pulsa dos veces el botón STOP/EJ
(44) del lector CD o el botón I (53) del control
remoto, el aparato pasa a modo stop.
8) Para volver a la reproducción en el orden habi-
tual, pulse el botón PLAY/PAUSE o
secuencia de pistas programada queda memori-
zada como indica la inserción MEMORY. (Sin
embargo, para porta-datos con archivos de audio
comprimidos, sólo se indica MEMORY cuando
se reproduce la secuencia de pistas).
Para reproducir la secuencia de pistas otra
vez, pulse el botón PROG primero, luego inicie la
secuencia de pistas con el botón PLAY/PAUSE
o
.
9) Para borrar la secuencia de pistas, pulse dos
veces el botón PROG.
La secuencia de pistas se borra también
cuando se selecciona otro porta-datos o cuando
el porta-datos se extrae y cuando se apaga el
lector de CD.
7.3 Módulo de transmisión
Sólo para el modelo TXA-1002CD
Si se necesitan varios recintos activos para una apli-
cación de megafonía, puede hacerse una conexión
inalámbrica en modo audio link. Mediante el módulo
emisor de un recinto activo TXA-1002CD (aparato
Master), la señal mezclada que no se afecta por el
control MASTER (11) y por los controles de tono (6)
se emite a los módulos de recepción de otros recin-
tos activos (aparatos Slave) de la gama TXA-1000 o
TXA-800.
1) Para conectar el módulo emisor, avance el inter-
ruptor ON/OFF y el control de volumen (32)
desde la posición OFF.
El LED TX (28) se ilumina para indicar la emi-
sión de una señal de radio.
De reeks tracks wordt gewist bij het omscha-
kelen naar een andere gegevensdrager, bij het
wegnemen van de gegevensdrager en bij het uit-
schakelen van de cd-speler.
7.3 Zendmodule
tracks
verschijnt
alleen bij model TXA-1002CD
Als er voor de PA-toepassing meerdere actieve luid-
sprekers nodig zijn, is een draadloos audiolinkbedrijf
mogelijk: Via de zendmodule van een actieve luid-
spreker TXA-1002CD (centraal apparaat) kunt u het
door de klankregelaar MASTER (11) en de klankre-
gelaars (6) onbeïnvloede mengsignaal naar de ont-
vangstmodules van andere actieve luidsprekers van
de TXA-1000-serie of van de TXA-800-serie door-
sturen.
1) Om de zendmodule in te schakelen, draait u de
POWER-schakelaar en de volumeregelaar (32)
vanuit stand OFF ("Uit") open.
De LED TX (28) licht op en geeft daarmee aan
dat er een radiosignaal wordt verzonden.
2) Stel op de ontvangstmodules van de nevenappa-
raten het transmissiekanaal in voor het audiolink-
bedrijf, en stel de zendmodule van het centrale
apparaat in op hetzelfde kanaal:
1. Druk op de toets SET (30). De kanaalaandui-
ding op het display (27) knippert.
2. Zolang de kanaalaanduiding knippert (gedu-
rende ca. 10 seconden) kunt u met de toetsen
en
voor de kanaalselectie "omhoog", toets
voor de kanaalselectie "omlaag".
3. Bevestig de kanaalkeuze met toets SET. (Als
de selectie niet binnen de 10 seconden wordt
bevestigd met de toets SET, schakelt het appa-
raat terug naar het vroeger ingestelde kanaal.)
Belangrijk! Let er bij de kanaalkeuze op dat de zend-
module en de ontvangstmodules van het centrale
apparaat ingesteld op verschillende kanalen zijn inge-
steld. Anders treden er signaalvervormingen op.
2) En los módulos de recepción de los aparatos
Slave, ajuste el canal de emisión para modo
audio link y ajuste el módulo emisor del aparato
Master en el mismo canal:
1. Pulse el botón SET (30). La indicación de canal
en el visualizador (27) empezará a parpadear.
2. Mientras la indicación de canal parpadea (apro-
ximadamente 10 segundos), el canal puede
. La
seleccionarse con los botones
Botón
botón
3. Confirme la selección de canal con el botón
SET. (Si no se confirma la selección en 10 se-
gundos con el botón SET, el aparato vuelve al
canal previo.)
¡Importante! Cuando se selecciona el canal, asegú-
rese de que el módulo de transmisión y los módulos de
recepción del aparato Master están en canales dife-
rentes; de lo contrario aparecerá feedback.
3) Puede indicarse brevemente la frecuencia de
radio del canal ajustado: Mientras mantenga pul-
sado el botón
frecuencia en vez del canal (en el apartado 8.1.1
encontrará una lista general sobre qué canal se
asigna a qué frecuencia).
4) Los LEDs AF LEVEL (29) indican el nivel de la
señal de audio que alimenta el módulo emisor:
El LED amarillo se ilumina cuando la señal de
entrada del módulo emisor ha alcanzado un nivel
mínimo definido.
El LED rojo se ilumina cuando la señal de
entrada del módulo emisor ha alcanzado el nivel
máximo cerca de la sobrecarga. El LED no ten-
dría que iluminarse del todo o iluminarse breve-
mente con picos de señal; si se ilumina perma-
nentemente, la señal está sobrecargada. En este
caso, reduzca el volumen de la fuente o fuentes
correspondientes adecuadamente.
5) Ajuste el volumen deseado para la señal de
audio emitida con el control (32).
(31) het kanaal selecteren: Toets
y
(31):
= selección de canal "hacia arriba";
selección de canal "hacia abajo".
o
, el visualizador indicará la
NL
B
E
29