Download Print deze pagina

Controleren Van Het Netwerk - Toshiba e-STUDIO5540C Beheerhandleiding

Advertenties

2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)

Controleren van het netwerk

Er zijn twee functies beschikbaar voor het controleren van de netwerkstatus: ping en traceroute.
Met de ping-functie is het mogelijk de verbindingsstatus tussen dit apparaat en de servers op het netwerk te controleren.
En functie traceroute maakt het mogelijk het netwerkpad naar de gewenste server te bekijken en te controleren.
1
Selecteer in scherm NETWERK CHECK de server die u wilt controleren en druk op
[ping] of [TRACEROUTE].
Het controleresultaat wordt weergegeven.
Er zijn twee manieren om de server te selecteren die u wilt controleren.
Om de gewenste server te selecteren uit de serverlijst die op het aanraakscherm weergegeven wordt:
Controleerbare servers en ondersteunde protocols zijn de volgende.
-
Primaire DNS-server (IPv4/IPv6)
-
Secundaire DNS-server (IPv4/IPv6)
-
Primaire WINS-server (IPv4)
-
Secundaire WINS-server (IPv4)
-
SMTP-server (IPv4/IPv6)
-
POP3-server (IPv4/IPv6)
-
Primaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
-
Secundaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
-
LDAP-server 1
-
LDAP-server 2
-
LDAP-server 3
-
LDAP-server 4
-
LDAP-server 5
-
Remote server 1
-
Remote server 2
Om de gewenste server handmatig aan te wijzen:
Voer de servernaam, het IPv4-adres of het IPv6-adres handmatig in. Wanneer u op veld Handmatige invoer
drukt, wordt het toetsenbord op scherm weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over het toetsenbord op scherm de volgende pagina:
P.154 "Toetsenbord op scherm"
Wanneer u een WINS-naam ingevoerd hebt voor het netwerkpad van de server op afstand 1/2 in instelling
"Opslaan als bestand" in TopAccess, kan de netwerkcontrolefunctie voor die servers niet worden uitgevoerd
door ze in de serverlijst te selecteren. Wijs in dat geval het IP-adres van de server op afstand 1/2 handmatig
aan om de netwerkcontrolefunctie uit te voeren.
94
NETWERK

Advertenties

loading