1.ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER)
2
Druk op het gedeelte in de afbeelding dat overeenkomt met de lade waarvan de
papiersoort gewijzigd moet worden, druk op de knop voor de gewenste papiersoort en
vervolgens op [OK] om de instellingen op te slaan.
Scherm PAPIERSOORT bestaat uit twee delen: DIKTE en KENMERK.
Stel DIKTE in bij gebruik van dik papier en bij gerecycled papier.
Stel KENMERK in wanneer het papier in de lade voor een specifiek doel gebruikt wordt. Als bijvoorbeeld
[TUSSENLEG] voor een lade wordt geselecteerd, zal het papier in de lade altijd gebruikt worden voor het invoegen
van kopieën.
De weergegeven knoppen verschillen, afhankelijk van het model.
Raadpleeg voor meer informatie over de papiersoorten de Kopieerhandleiding "Hoofdstuk 1: VÓÓR
GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM".
Papier dat in een lade geplaatst is met een DIKTE anders dan [NORMAAL] of [RECYCLING.], of papier dat
geplaatst is in een lade met KENMERK anders dan [NEE] ligt buiten de scope van de Automatische
PapierSelectie (APS).
Voor meer informatie over APS, raadpleeg de Kopieerhandleiding "Hoofdstuk 3: BELANGRIJKSTE
KOPIEERFUNCTIES".
Wanneer voor een lade een kenmerk anders dan [NEE] ingesteld is, valt het papier dat in deze lade
geplaatst is buiten de scope van de functie Automatisch Wisselen van Papiermagazijn.
Voor meer informatie over deze functie, zie de volgende pagina:
P.96 "KOPIËREN"
1 ITEMS INSTELLEN (GEBRUIKER)
LADE
19