2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
FAXEN
Als de Faxeenheid en de 2de lijn voor de Faxeenheid niet geïnstalleerd zijn, zullen alleen [NEGEREN] en [VERKLEIND]
beschikbaar zijn voor [RX AFDR.]. Raadpleeg voor gegevens over andere faxmenu's de Operator's Manual for FAX Unit
"Chapter 6: SETTING ITEMS".
Als de Faxeenheid niet geïnstalleerd is, worden opties in dit menu toegepast op internetfaxverzendingen.
Afhankelijk van het model is [FAXEN] alleen beschikbaar wanneer de scannerkit en/of de printer-/scannerkit
geïnstalleerd zijn.
Raadpleeg voor instructies over hoe scherm FAXEN weer te geven de volgende pagina:
P.47 "Toegang tot menu Beheerder"
Instellen van de opties negeren en verkleind afdrukken voor RX print
Het is mogelijk afdrukinstellingen voor het afdrukken van per internetfax ontvangen originelen in te stellen.
Er zijn twee beschikbare afdrukinstellingen: gedeeltelijk afdrukken en verkleind afdrukken.
NEGEREN: AAN, UIT
AAN — wanneer originelen tot 10 mm groter zijn dan het afdrukgebied, dan wordt het deel van de originelen dat het
afdrukgebied overschrijdt, genegeerd.
UIT — het ontvangen origineel wordt afgedrukt op twee vellen papier als de lengte ervan het afdrukgebied van het
papier overschrijdt.
* Neem voor meer informatie over negeren/gedeeltelijk afdrukken contact op met uw onderhoudstechnicus.
VERKLEINEN: AAN, UIT
AAN — als het ontvangen origineel langer is dan het registratiepapier, zal het verticaal worden verkleind tot 90% om
op het registratiepapier te passen.
UIT — het ontvangen origineel wordt afgedrukt op twee vellen papier als de lengte ervan het afdrukgebied van het
registratiepapier overschrijdt.
1
Druk in scherm FAX op [PRINTER].
Het scherm VERZEND PRINT wordt weergegeven.
2
Druk zoals vereist op [AAN] of [UIT] voor [AFDR LIMIET] en [VERKLEINEN] en druk op
[OK].
De geregistreerde opties kunnen worden bevestigd in de FUNCTIELIJST.
P.163 "FUNCTIELIJST (Beheerder)"
98
FAXEN