Naam item
ADRES MODUS
IP-ADRES
Druk op [IP ADRES] en voer het IP-adres van dit apparaat in met behulp van de digitale toetsen.
SUBNETMASKER
Voer het subnetmasker en de default gateway naar wens in.
GATEWAY
Gebruik de pijltjestoetsen om van actief venster te wisselen.
DYNAMISCH (wanneer TCP/IP wordt ingesteld door Automatische IP-adressering of een DHCP-
server)
Selecteer [DYNAMISCH] wanneer u de TCP/IP-instellingen die aan het apparaat toegewezen moeten
worden, niet weet. Als [DYNAMISCH] is geselecteerd en het netwerk DCHP ondersteunt, zullen het
IP-adres, het subnetmasker, de default gateway, het primaire WINS-serveradres, het secundaire
WINS-serveradres, het POP3-serveradres en het SMTP-serveradres verkregen worden via de DHCP-
server. Als DHCP niet ondersteund wordt, wordt een geschikt IP-adres aan de apparatuur toegewezen
door functie automatische IP-adressering. Het is echter mogelijk dat de automatische IP-adressering
niet goed werkt wanneer er een router in het netwerk is geplaatst.
GEEN AUTO IP (wanneer TCP/IP is ingesteld met alleen de DHCP-server)
Selecteer [GEEN AUTO IP] wanneer het multifunctionele systeem aangesloten is op een LAN met een
DCHP-server en u de TCP/IP-instellingen niet in wilt stellen met functie automatische IP-adressering
maar alleen met DHCP. Wanneer [GEEN AUTO IP] is geselecteerd, zullen het IP-adres, het
subnetmasker, de default gateway, het primaire WINS-serveradres, het secundaire WINS-serveradres,
het POP3-serveradres en het SMTP-serveradres worden verkregen via de DHCP-server en zal de
automatische IP-adresseringsmodus uitgeschakeld zijn.
STATISCH (wanneer er verbonden wordt naar een LAN met statische IP-adressen)
Selecteer [STATISCH] en geef een IP-adres in bij verbinding met een LAN waar statische IP-adressen
gebruikt worden. Voer ook het subnetmasker en de default gateway in, zoals vereist.
Dit item is alleen ingeschakeld wanneer voor [ADRES MODUS] [STATISCH] geselecteerd is.
2 ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)
Omschrijving
NETWERK
79