Inhoudsopgave
Advertenties
8
Regelmatige controles
8.1
Werking controleren
Tijdens normaal bedrijf brandt het alarmlampje continu groen om aan te geven dat
alles in orde is. Als het alarm wordt geactiveerd, gaat het groen knipperen, terwijl
tegelijkertijd een tekstmelding op de display wordt weergegeven.
Afbeelding 14: knipperende alarmindicator in geval van een alarm.
Controleer het alarmlampje regelmatig om er zeker van te zijn dat de installatie cor-
rect functioneert. U zult eventuele problemen met de installatie niet altijd opmer-
ken, bijvoorbeeld als bij een storing in de compressor de bijverwarming automa-
tisch start (bedrijfsmodus AUTO). Zie voor meer informatie over alarmmeldingen
"10 Problemen oplossen".
8.2
Waterniveau in verwarmingssysteem controleren
De leidingdruk van de installatie moet één keer per maand worden gecontro-
leerd. De externe manometer moet een waarde tussen 1-1,5 bar aangeven. Bij een
waarde onder 0,8 bar, als het water in het verwarmingssysteem koud is, moet water
worden bijgevuld (bij een leeg expansievat).
Voor het bijvullen van het verwarmingssysteem kunt u normaal koud water gebrui-
ken. Als de waterkwaliteit in uitzonderlijke gevallen te slecht is (bijv. zeer hard
water), mag dit water niet worden gebruikt in het verwarmingssysteem. Neem bij
twijfel contact op met uw installateur (zie "13 Referenties").
ALARM
FOUT LAGE DRUK
VUBMI110
DHP-AX – 35
Advertenties
Inhoudsopgave
