6
Het verwarmingssysteem afstemmen
Om het verwarmingssysteem in balans te krijgen en een gelijkmatige en comforta-
bele binnentemperatuur te creëren, dient u het verwarmingssysteem bij te stellen
zoals hieronder wordt weergegeven.
E
Stel het verwarmingssysteem in de winter bij voor het best mogelijke ver-
mogen.
E
Het afstellen dient gedurende een paar dagen te worden uitgevoerd,
omdat de inertie in het systeem de binnentemperatuur langzaam doet
wijzigen.
1
Kies een van de kamers van het huis als referentiekamer voor de binnentem-
peratuur, waar de temperatuur maximaal 20-21°C is.
2
Plaats een thermometer in de kamer.
3
Open alle radiatorkranen van het verwarmingssysteem volledig.
4
Laat de KAMER-waarde van de warmtepomp op 20°C staan. Zie "7.2 Instructies
– De KAMER-waarde instellen" voor meer informatie.
5
Noteer de temperatuur in de referentiekamer van verschillende momenten
binnen een tijdsbestek van 24 uur.
6
Stel de KAMER-waarde dusdanig bij dat de referentiekamer de vereiste bin-
nentemperatuur bereikt van 20-21°C. De temperaturen van de andere kamers
zijn verschillend tijdens het afstellen, maar deze worden op een later tijdstip
bijgesteld.
7
Als de KAMER-waarde meer dan 3°C omhoog of omlaag moet worden bijge-
steld, moet de STOOKLIJN-waarde daarentegen worden bijgesteld. Zie voor
meer informatie "7.3 Instructies – De STOOKLIJN-waarde bijstellen".
8
Indien de binnentemperatuur enkele graden afwijkt ondanks de afstel-
ling, dient een specifiek deel van de warmstooklijn te worden bijgesteld.
Controleer bij welke buitentemperatuur de afwijking het grootst is en stel de
stooklijn bij op de overeenkomstige waarde (STOOKLIJN 5, STOOKLIJN 0 of
STOOKLIJN –5). Zie voor meer informatie "7.4 Instructies – Een specifiek deel
van de warmstooklijn instellen".
9
Wanneer de referentiekamer een gelijkmatige temperatuur van 20-21°C heeft
gedurende 24 uur, kunt u de radiatorkranen in de andere kamers bijstellen,
zodat de binnentemperatuur van die kamers hetzelfde is of lager dan die van
de referentiekamer.
DHP-AX – 30
VUBMI110