14.14
SIGNALERING ALARMEN
Wanneer zich een andere dan de bedoelde werksituatie voor de gewone werking van de kachel voordoet,
treedt een alarmsituatie op.
Het bedieningspaneel geeft aanwijzingen over het huidige alarm. De geluidssignalering is alleen voor de alarmen
A01-A02 niet aanwezig, om de gebruiker niet te storen als 's nachts de pellets in de voorraadbak opgeraakt zijn.
SIGNALERING
TYPE PROBLEEM
PANEEL
A01
Het vuur wordt niet ontstoken.
A02
Abnormaal doven van het vuur.
De temperatuur van de voorraadbak voor
A03 Alarm
de pellets of de temperatuur van het water
thermostaten
overschrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
A04
Temperatuuroverschrijding rookgassen.
A05 Alarm
Inwerkingtreding drukschakelaar rookgassen
drukschakelaars
of onvoldoende waterdruk.
A08
Afwijkende werking van de rookventilator.
A09
Defect van de rookgassensonde.
A19
Defect van de watersonde.
A20
Alarm puffersonde.
Waarschuwing periodiek onderhoud (niet
SERVICE
blokkerend).
14.15
RESETTEN ALARM
Om het alarm te resetten, moet de toets 1 (ESC) enige ogenblikken ingedrukt blijven. De kachel verricht een
controle om vast te stellen of de oorzaak van het alarm nog aanwezig is of niet.
In het eerste geval zal het alarm opnieuw weergegeven worden, in het tweede geval komt het op OFF te staan.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de assistentiedienst.
14.16
NORMALE UITSCHAKELING (OP HET PANEEL: OFF MET KNIPPERENDE VLAM)
Wanneer de uitschakeltoets ingedrukt wordt, of een alarmsignalering aanwezig is, gaat de kachel de thermische
uitschakelfase binnen waarbij de volgende fasen automatisch uitgevoerd worden:
• Eindigt het laden van pellets
• De omgevingsventilator (indien aanwezig) handhaaft de ingestelde snelheid tot T rookgassen de 100°C
bereikt en stelt vervolgens automatisch de minimumsnelheid in, tot de temperatuur van uitschakeling bereikt
wordt.
• De rookgassenventilator stelt zich in op het maximum en blijft daar gedurende de vaste tijd van 10 minuten,
aan het eind waarvan, als T rookgassen onder de uitschakeldrempel gedaald is, de ventilator definitief
uitgeschakeld wordt. Zo niet dan wordt de minimumsnelheid ingesteld tot deze drempel bereikt wordt, om
vervolgens uit te gaan.
• Als de kachel normaal uitgeschakeld is maar de temperatuur van de rookgassen overschrijdt door thermische
intertie opnieuw de drempel, dan zal de uitschakelfase weer van start gaan bij de minimumsnelheid, tot de
temperatuur opnieuw daalt.
AQUOS - IBIS - IDRON
OPLOSSING
Controleer de reiniging van de vuurpot / het niveau
van de pellets in de voorraadbak.
Controleer het niveau van de pellets in de
voorraadbak.
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm
en schakel de kachel weer in door de lading van
de brandstof op de minimumstand te zetten (menu
INSTELLINGEN - Pelletrecept). Als het alarm aanhoudt,
neemt u contact op met de assistentiedienst.
Controleer of de omgevingsventilator correct werkt
(indien aanwezig).
De
ingestelde
limiet
van
overschreden. Verlaag de lading van de pellets
(menu INSTELLINGEN - Pelletrecept).
Controleer obstructies in de schoorsteen / opening
deur of druk van het hydraulische systeem.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
Watersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
Puffersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
Wanneer deze knipperende tekst verschijnt tijdens
de inschakeling, betekent dit dat het van tevoren
vastgestelde aantal werkuren tot het onderhoud
verstreken is. Bel het assistentiecentrum.
NL
de
rookgassen
is
45