de elektronische kaarten op deze kaarten zelf gesitueerd.
14.8
ROOKGASVENTILATOR
NL
Als de ventilator stopt, blokkeert de elektronische kaart onmiddellijk de pellettoevoer en wordt een alarmbericht
weergegeven.
14.9
REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stopt met werken, blijft de ketel functioneren tot de vlam door gebrek aan brandstof
uitgaat en het minimum koelniveau wordt bereikt.
14.10
TIJDELIJKE SPANNINGSONDERBREKING
Als de elektrische spanning korter dan 10" uitvalt, keert de kachel terug naar de vorige werkstatus; duurt de
onderbreking langer, dan wordt een cyclus van koeling/herinschakeling uitgevoerd.
14.11
GEEN ONTSTEKING
Als er bij de ontsteking geen vlam ontstaat, komt de ketel op de alarmstand te staan.
14.12
ANTIVRIESFUNCTIE
Als de sensor in de ketel een watertemperatuur meet die lager is dan 5°C, wordt de circulatiepomp automatisch
ingeschakeld om te voorkomen dat de installatie bevriest.
14.13
ANTIBLOKKEERFUNCTIE POMP
Als de pomp langere tijd niet werkt, wordt hij met regelmatige tussenpozen enkele seconden ingeschakeld om
te voorkomen dat hij geblokkeerd raakt.
44
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN TE MANIPULEREN.
Indien het product NIET gebruikt wordt zoals in deze handleiding voorgeschreven wordt,
wijst de fabrikant alle aansprakelijkheid af inzake mogelijk persoonlijk letsel en materiële
schade. Bovendien kan de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijk
letsel of schade aan voorwerpen als de regels die in deze handleiding staan niet in acht
genomen worden en bovendien moeten de volgende punten nageleefd worden:
• Wanneer het onderhoud, reiniging en reparaties uitgevoerd worden, moeten alle
maatregelen en/of
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
• Maak de veiligheidsvoorzieningen niet onklaar.
• Verwijder de veiligheidsvoorzieningen niet.
• Sluit het product aan op een efficiënt werkend rookafvoersysteem.
• Controleer eerst of het vertrek waarin het product gemonteerd wordt, goed gelucht is.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen
is, kan het product weer ingeschakeld worden zodat de automatische werking van de
sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing zich voordeed, moet deze handleiding
geraadpleegd worden; voor ieder alarmbericht dat door het product weergegeven wordt,
wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
AQUOS - IBIS - IDRON