12 Onderhoud
12 Onderhoud
12.1
Algemeen
12.2
Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
72
EFU-S
Opgelet
Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden
uitgevoerd.
Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de
schoorsteen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land geldende
regels.
Opgelet
Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
Opgelet
Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
Een jaarlijkse inspectie met lekdichtheidscontrole is verplicht.
1. Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding.
2. Controleer de hydraulische druk.
3. Controleer de lekdichtheid van de rookgasafvoerleiding, de
luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding.
4. Controleer de automatische ontluchter.
5. Reinig het verwarmingslichaam.
6. Reinig de brander.
7. Controleer de staat van de elektroden. Change deze zo nodig.
8. Ommanteling reinigen.
12.2.1
Instructies voor de schoorsteenveger
Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding.
1. Reinig het rookkanaalstelsel.
2. Zoek het rookgasmeetpunt op.
3. Installeer het meettoestel.
4. Doe de verbrandingsmetingen om de verliezen via rookgassen en
rook te bepalen.
12.2.2
Controleer de hydraulische druk
1. Controleer de waterdruk van de installatie.
2. Als de waterdruk minder is dan 0,08 MPa (0,8 bar), vult u het
waterniveau bij in de verwarmingsinstallatie, zodat de waterdruk
tussen 0,15 en 0,2 MPa (1,5 en 2,0 bar) ligt.
3. Controleer visueel op eventuele waterlekkages.
Voor meer informatie, zie
Verwarmingsinstallatie vullen, pagina 44
12.2.3
Lekdichtheid controleren van de rookgasafvoerleiding, de
luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding
1. Controleer de afdichting van de aansluiting van de
rookgasafvoerleiding, de luchttoevoerleiding en de
condensafvoerleiding.
2. Controleer of het beschermrooster op de luchtinlaat van de
stookruimte niet is vervuild.
7719533 - v02 - 27112018