Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch GOF Professional 1250 CE Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing pagina 60

Verberg thumbnails Zie ook voor GOF Professional 1250 CE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 54
60 | Nederlands
markeringen (19) zoals te zien op de afbeelding overeen-
stemmen. Draai vervolgens de verdeelschaal (24) op 0.
– Zet de standenaanslag (9) op de
laagste stand; de standenaanslag
klikt merkbaar vast.
– Draai de schroef (15) op de
(19)
diepteaanslag (14) los, zodat de
diepteaanslag (14) vrij kan bewe-
gen.
– Duw de ontgrendelingshendel (23) naar achter en be-
weeg de bovenfrees langzaam omlaag tot de frees (5) het
oppervlak van het werkstuk raakt. Laat de
ontgrendelingshendel (23) weer los om deze positie vast
te zetten.
– Duw de diepteaanslag (14) omlaag tot deze op de
standenaanslag (9) rust.
GOF 1250 LCE: Schakel de digitale diepte-aanduiding
met de aan/uit-schakelaar (18) in. Druk op de toets (16)
voor de instelling van het nulpunt van de
diepteaanslag (14).
GOF 1250 CE: Zet de schuif met de indexmarkering (27)
op stand 0 op de freesdiepteverdeelschaal (26).
– Zet de diepteaanslag (14) op de gewenste freesdiepte en
draai de schroef (15) op de diepteaanslag (14) vast.
GOF 1250 CE: Let erop dat u de schuif met de
indexmarkering (27) niet meer verstelt.
– Duw op de ontgrendelingshendel (23) en beweeg de bo-
venfrees naar de bovenste positie.
Bij grotere freesdiepten dient u meerdere bewerkingsstap-
pen met telkens een geringe spaanafname uit te voeren. Met
behulp van de standenaanslag (9) kunt u de freesbewerking
in meerdere standen verdelen. Stel daarvoor de gewenste
freesdiepte met de laagste stand van de standenaanslag in
en kies voor de eerste bewerkingsstappen eerst de hogere
standen. De afstand van de standen kan door het verdraaien
van de afstelschroeven (10) worden veranderd.
Na het proeffrezen kunt u door de draaiknop (25) te draaien
de freesdiepte exact op de gewenste maat instellen; draai
rechtsom voor vergroting van de freesdiepte, draai linksom
voor vermindering van de freesdiepte. De
verdeelschaal (24) dient daarbij ter oriëntatie. Een omwen-
teling komt overeen met een verstelafstand van 2,0 mm, een
van de deelstrepen op de onderste rand van de
verdeelschaal (24) komt overeen met een verandering van
de verstelafstand met 0,1 mm. De maximale verstelafstand
bedraagt ±8 mm.
Voorbeeld: De gewenste freesdiepte moet 10,0 mm zijn, bij
het proeffrezen kwam een freesdiepte van 9,6 mm naar vo-
ren.
– Draai de verdeelschaal (24) op 0.
– Draai de draaiknop (25) 0,4 mm/4 deelstrepen (verschil
uit gewenste en werkelijke waarde) rechtsom.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nogmaals proef-
frezen.
GOF 1250 CE: Verander na het instellen van de freesdiepte
de positie van de schuif (27) op de diepteaanslag (14) niet
1 609 92A 9JJ | (23.05.2024)
meer, zodat u altijd de huidige freesdiepte op de
verdeelschaal (26) kunt aflezen.
GOF 1250 LCE: De huidige freesdiepte verschijnt op het
display (21).
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Bescherm frezen tegen schokken en stoten.
u
Freesrichting en freesbewerking (zie afbeelding F)
De freesbewerking moet altijd tegen de omlooprich-
u
ting van de frees (5) gebeuren (tegenloop). Bij het fre-
zen met de omlooprichting (gelijkloop) kan het elektri-
sche gereedschap uit de hand gerukt worden.
Stel de gewenste freesdiepte in (zie „Freesdiepte instellen",
Pagina 59).
Zet het elektrische gereedschap met gemonteerd freesge-
reedschap op het te bewerken werkstuk en schakel het elek-
trische gereedschap in.
Duw de ontgrendelingshendel (23) naar achter en beweeg
de bovenfrees tot aan de aanslag in de richting van de
voetplaat (13). Laat de ontgrendelingshendel (23) weer los
om deze invaldiepte vast te zetten.
Voer de freesbewerking met een gelijkmatige voorwaartse
beweging uit.
Beweeg na beëindiging van de freesbewerking de boven-
frees naar de bovenste positie terug.
Schakel het elektrische gereedschap uit.
Frezen met hulpgeleider (zie afbeelding G)
Voor de bewerking van grote werkstukken, bijv. bij het fre-
zen van groeven, kunt u een plank of een lat als hulpgeleider
op het werkstuk bevestigen en de bovenfrees langs de hulp-
geleider bewegen. Beweeg de bovenfrees aan de afgevlakte
zijde van de glijplaat langs de hulpgeleider.
Kanten- of vormfrezen
Bij het kanten- en vormfrezen zonder parallelgeleider moet
het freesgereedschap zijn voorzien van een geleidingspen of
kogellager.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereedschap vanaf de
zijkant naar het werkstuk tot de geleidingspen of het kogella-
ger van het freesgereedschap tegen de te bewerken rand
van het werkstuk ligt.
Beweeg het elektrische gereedschap langs de rand van het
werkstuk. Let er daarbij op dat het gereedschap onder de
juiste hoek op het werkstuk ligt. Te sterke druk kan de rand
van het werkstuk beschadigen.
Frezen met parallelgeleider (zie afbeelding H)
Schuif de parallelgeleider (33) met de geleidestangen (34)
in de voetplaat (13) en draai deze met de schroeven (7)
overeenkomstig de noodzakelijke maat vast.
Met de vleugelschroeven (36) en (35) kunt u de parallelge-
leider bovendien in lengte instellen.
Met de draaiknop (37) kunt u na het losdraaien van de twee
vleugelschroeven (35) de lengte fijn instellen. Een omwente-
ling komt daarbij overeen met een verstelafstand van
2,0 mm, een van de deelstrepen op de draaiknop (37) komt
Bosch Power Tools

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gof professional 1250 lce

Inhoudsopgave