[OPNAME] functie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!].
1
2
Stel de functieknop in op [¿].
Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste
3
scènemenu te kiezen.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een
•
menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
4
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de ingestelde scènefunctie.
•
∫ Over de informatie
Als u op [DISPLAY] drukt wanneer u een scènefunctie selecteert in
•
3
stap
, wordt er uitleg over elke scènefunctie afgebeeld. (Als u opnieuw
op [DISPLAY] drukt, keert het scherm terug naar het
scènefunctiemenu.)
Aantekening
Om de scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en dan op 1 drukken en
•
terugkeren naar stap
Lees
P63
voor informatie over de sluitertijd.
•
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
•
scènefunctie veranderd wordt.
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
•
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
•
automatisch op de optimale instelling zet.
[SLIMME ISO]/[GEVOELIGHEID]/[ISO-LIMIET INST.]/[I. EXPOSURE]/[MULTI BELICHT.]/
–
[MEETFUNCTIE]/[OPN. MODE]/[KORTE SLUITERT.]
[I. EXPOSURE] wordt automatisch geactiveerd in de volgende scènefuncties.
•
[PORTRET]/[GAVE HUID]/[ZELFPORTRET]/[LANDSCHAP]/[SPORT]/[NACHTPORTRET]/
–
[PARTY]/[KAARSLICHT]/[BABY1]/[BABY2]/[ZONSONDERG.]/[H. GEVOELIGH.]
Gevorderd (Opname van beelden)
¿
(Scènefunctie)
3
hierboven.
- 85 -