Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
>
[i-PORTRET]
¦
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET]
[i-NACHTL. SCHAP]
[ ¦ ] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
•
ingesteld zijn.
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding
•
minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [
worden op een maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u
beelden maakt.
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp gekozen worden wanneer
•
ingesteld is op op AF-opsporing
∫ Gezichtherkenning
Wanneer [
] of [
persoon, en zullen de focus en de belichting afgesteld worden (P115).
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
•
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
–
onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het
onderwerp beweegt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
–
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
•
juiste opnamefunctie.
∫ Compensatie achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval, zal het onderwerp donker worden, zodat deze functie het achterlicht
compenseert door het geheel van het beeld automatisch helderder te maken.
Scènedetectie
(P115)
.
] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een
Basiskennis
Alleen wanneer [‡] geselecteerd is
•
Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is
•
- 45 -
], zal de sluitertijd ingesteld