Het is mogelijk om de focus in te stellen op het gespecificeerde onderwerp. De focus zal
het onderwerp automatisch blijven volgen zelfs wanneer deze beweegt. Raadpleeg
voor details.
Stel de [TRACKING AF] in het [OPNAME] functiemenu in op [ON]. ([
•
scherm.)
Breng het onderwerp naar de AF-opsporingframe
en druk op [AF/AE LOCK] om het onderwerp te
vergrendelen.
AF-opsporingframe zal geel worden.
•
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp
•
gekozen worden.
Druk weer op [AF/AE LOCK] om vrij te geven.
•
Open de flits wanneer de flits gebruikt moet worden.
•
Wanneer [‡] geselecteerd is, wordt [
•
type onderwerp en helderheid.
Wanneer [
] of [
•
wordt de flits twee keer geactiveerd.
Flitsfuncties kunnen niet geschakeld worden m.b.v. 1 (‰) in de intelligente automatische
•
functie.
Basiskennis
AF-opsporingsfunctie
Over de flits
], [
] ingesteld is, zal de digitale rode-ogencorrectie
- 46 -
(P59)
] of [
] ingesteld afhankelijk van het
P115
] is afgebeeld op het
AF/AE
LOCK
(P61)
aangaan en