∫ Afstellen van elke filmfunctie op de gewenste instelling
1
Druk op 2/1 om een film te selecteren.
2
Druk op 3/4 om een item te selecteren en op 2/1 om af te
stellen.
Geregistreerde instellingen worden opgeslagen zelfs als het toestel
•
uitstaat.
3
Druk op 3/4 om [GEHEUGEN] te kiezen en dan op [MENU/
SET].
4
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
U kunt 2 instellingen registeren. ([MIJN FILM 1] en [MIJN FILM 2])
•
(Na het registreren, wordt de naam van de filmfunctie die eerder
geregistreerd werd, afgebeeld.)
[STANDAARD] is geregistreerd in [MIJN FILM 1] en [STANDAARD] (
•
in [MIJN FILM 2] op het moment van aankoop.
5
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
•
[CONTRAST]
[SCHERPTE]
[VERZADIGING]
[RUISREDUCTIE]
Gevorderd (Opname van beelden)
Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere
[_]
vlakken op het beeld.
Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere
[`]
vlakken op het beeld.
[_]
Het beeld is zeer scherp.
[`]
Het beeld is onscherp.
[_]
De kleuren van het beeld zijn levendig.
[`]
De kleuren van het beeld zijn natuurlijker.
Versterkte geruisvermindering. De beeldresolutie kan
[_]
een beetje minder worden.
Minder geruisvermindering. U kunt opnamen met een
[`]
betere resolutie maken.
- 104 -
) is geregistreerd
B
W
&