Wanneer beelden gemaakt worden m.b.v. de zoom, zijn ze enigszins vervormd
en hebben de zones rondom het onderwerp kleuren die er in het echt niet zijn.
Het is mogelijk dat het onderwerp enigszins vervormd wordt of dat de randen gekleurd zijn,
•
afhankelijk van de zoomvergroting wegens de kenmerken van de lens, maar dit is geen storing.
Het inzoomen stopt onmiddellijk.
Wanneer u de extra optische zoom gebruikt, zal de inzoomactie tijdelijk stoppen in de buurt van
•
[W]. Dit is geen storing.
De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen.
Wanneer u een handeling uitvoert na een bepaalde actie, kunnen de beelden opgeslagen
•
worden in mappen met nummers die anders zijn dan de nummers die vóór deze handeling
gebruikt werden.
(P158)
De mapnummers worden in toenemende volgorde opgeslagen.
Als de batterij erin gezet of eruit gehaald is zonder eerst de stroom van het toestel uit te
•
schakelen, zullen de map- en bestandnummers voor de gemaakte beelden niet in het
geheugen opgeslagen worden. Wanneer de stroom vervolgens weer aangedaan wordt en er
beelden gemaakt worden, kunnen deze opgeslagen worden onder bestandnummers die
toegeschreven hadden moeten worden aan eerdere beelden.
[LEEFTIJD] is niet correct afgebeeld.
Controleer de klok-
•
De lenscilinder is ingetrokken.
De lenscilinder trekt ongeveer 15 seconden na het schakelen van [OPNAME] functie naar
•
[AFSPELEN] functie in.
Gevorderd (Opname van beelden)
(P22)
en verjaardaginstellingen (P89).
- 202 -