[OPNAME] functie:
Basiskennis
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen
(AE-programmafunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
De statusindicator 3 gaat branden wanneer u dit
•
apparaat aanzet 2. (Deze gaat na ongeveer
1 seconde uit.)
(1: Ontspanknop)
1
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2
Stel de functieknop in op [
Stel de focus-keuzeschakelaar in op [AF].
•
Om de instelling te veranderen wanneer u
•
beelden maakt, naar
[OPNAME] gebruiken
3
Dit toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
A AF assistentielamp
4
Richt de AF-zone op het punt waar u op
wilt scherpstellen.
5
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
•
er op het onderwerp scherpgesteld is.
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
•
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
•
Als er beelden gemaakt moeten worden op een nog
•
dichter bereik,
³
Het functiemenu
"
(P103)
verwijzen.
"
Close-up's maken
"
"
Basiskennis
].
(P65)
raadplegen.
- 39 -
OFF ON